ECLI:NL:OGHACMB:2014:35

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
17 september 2014
Publicatiedatum
25 september 2014
Zaaknummer
H-45/2014
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van moord en veroordeling voor doodslag na vechtpartij met vuurwapen

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 17 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. De verdachte, geboren in 1979 te Saint Martin en thans gedetineerd in Sint Maarten, was eerder veroordeeld tot achttien jaar gevangenisstraf voor moord op twee personen. Tijdens een vechtpartij op 9 december 2012 heeft de verdachte een vuurwapen aan een mededader aangereikt, die vervolgens een persoon heeft neergeschoten en een ander met de kolf van het wapen heeft doodgeslagen.

Het Hof heeft de verdachte vrijgesproken van de moordvervolging, omdat niet bewezen kon worden dat hij met voorbedachte rade heeft gehandeld. Wel heeft het Hof vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag op twee personen. De rechtbank heeft de eerdere veroordeling vernietigd en de straf verlaagd naar tien jaar gevangenisstraf, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. Het Hof heeft ook de teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen gelast, waaronder een auto en persoonlijke bezittingen van de slachtoffers.

De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers en hun families. Het Hof heeft de strafbaarheid van de verdachte bevestigd, aangezien er geen feiten of omstandigheden zijn die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten. De beslissing van het Hof is een belangrijke stap in de rechtsgang en onderstreept de noodzaak van een rechtvaardige straf voor ernstige misdrijven.

Uitspraak

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 31 januari 2014 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [adres] 1979 te Saint Martin,
wonende te [adres], Grand Case, Saint Martin,
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Sint Maarten.
Procesgang en onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg van 20 maart 2013, 19 juni 2013, 9 oktober 2013 en 10 januari 2014, zoals daarvan blijkt uit de processen-verbaal van die terechtzittingen, alsmede van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 28 augustus 2014 in Sint Maarten.
Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de (waarnemend) procureur-generaal, mr. T.H.W. Stein, en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw, mr. S.R. Bommel, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 primair impliciet en 2 primair impliciet ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien (18) jaren, met aftrek van voorarrest.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging in eerste aanleg, ten laste gelegd:…
Feit 1
Primair:
dat hij, op of omstreeks 9 december 2012 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk, en (al dan niet) met voorbedachte rade [W], althans een persoon, van het leven heeft beroofd, immers heeft/ hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk, en (al dan niet) na kalm beraad en rustig overleg, met een of meer vuurwapen(s), een of meer(dere) kogel(s) afgevuurd op die [W], daarbij/daarmee treffend/verwondend die [W], tengevolge waarvan voornoemde [W] is overleden;
Subsidiair:
dat een of meer man(nen) zich noemende “[x]” en/of “Bimbo” en/of “Be” en/of “Pumba” en/of “Primo” en/of “Papa”/”Papi” en/of “[B]” en/of een of meer onbekend gebleven persoon/personen, op of omstreeks 9 december 2012 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk, en (al dan niet) met voorbedachte rade [W], althans een persoon, van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk, en (al dan niet) na kalm beraad en rustig overleg, met een of meer vuurwapen(s), een of meer(dere) kogel(s) afgevuurd op die [W], daarbij/daarmee treffend/verwondend die [W], tengevolge waarvan voornoemde [W] is overleden;
bij/tot het plegen van welk bovenomschreven poging tot misdrijf, verdachte op 9 december 2012, althans in de periode van 8 december 2012 tot en met 10 december 2012, te Sint Maarten opzettelijk medeplichtig is geweest, door
- het besturen van een (vlucht)auto, waarin de bovengenoemde verdachte(n) is/zijn gestapt en/of (vervolgens) is/zijn gevlucht, althans (met verhoogde snelheid) is/zijn weggereden van de plaats waar die [W] is neergeschoten en/of overleden, althans door het besturen van een auto; en/of
- het vasthouden van een vuurwapen; en/of
- het richten van een vuurwapen op een menigte/groep mensen, althans op een of meer persoon/personen; en/of
- het geven/aanreiken van een vuurwapen aan (een van) de bovengenoemde verdachte(n);
althans die man(nen) zich noemende “[x]” en/of “Bimbo” en/of “Bo” en/of “Pumba” en/of “Primo” en/of “Papa”/”Papi” en/of “[B]” en/of een of meer onbekend gebleven persoon/personen op enigerlei (andere) wijze behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) middel(en) en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft;
Feit 2
Primair:
dat hij, op of omstreeks 9 december 2012 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk, en (al dan niet) met voorbedachten rade [C], althans een persoon, van het leven heeft beroofd, immers heef/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk, en (al dan niet) na kalm beraad en rustig overleg, (met veel kracht) en al dan niet met een of meer vuurwapen(s), althans een wapen, een of meermalen tegen het hoofd van die [C] gestompt/geslagen, tengevolge waarvan voornoemde [C] is overleden
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het Hof tot andere beslissingen komt.
Vrijspraak
Het Hof acht niet bewezen de aan de verdachte onder 1 en 2 primair impliciet ten laste gelegde moorden, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Ter toelichting daarvan dient het volgende. Op grond van de stukken van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting heeft het Hof niet de overtuiging bekomen dat de verdachte bij deze feiten met de voor bewezenverklaring van moord vereiste voorbedachte raad heeft gehandeld.
Bewezenverklaring
Het Hof acht bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair, impliciet subsidiair, en 2 primair, impliciet subsidiair, is ten laste gelegd, met dien verstande:
Feit 1 primair:
dat hij, op 9 december 2012 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk [W], van het leven heeft beroofd, immers heeft zijn mededader opzettelijk, met een vuurwapen meerdere kogels afgevuurd op die [W], tengevolge waarvan voornoemde [W] is overleden;
Feit 2 primair:
dat hij, op 9 december 2012 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk [C], van het leven heeft beroofd, immers heeft zijn mededader opzettelijk, met veel kracht met een vuurwapen meermalen tegen het hoofd van die [C] geslagen, tengevolge waarvan voornoemde [C] is overleden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De bewijsmiddelen zijn op grond van artikel 402 lid 7 van het Wetboek van Strafvordering niet in dit vonnis opgenomen. De bewijsmiddelen zullen in geval van beroep in cassatie in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.
Kwalificatie van het bewezenverklaarde
Feit 1 primair:
Medeplegen van doodslag,
strafbaar gesteld bij artikel 300 in verbinding met artikel 49 van het Wetboek van Strafrecht;
Feit 2 primair:
Medeplegen van doodslag,
strafbaar gesteld bij artikel 300 in verbinding met artikel 49 van het Wetboek van Strafrecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de straf heeft het Hof rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, met de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en met de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken. Meer in het bijzonder heeft het Hof daarbij het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan de doodslag op twee jonge mannen. Zonder duidelijke aanleiding heeft een groep personen, waartoe de verdachte behoorde, zich tegen de latere slachtoffers gekeerd en vond een vechtpartij plaats. De mededader heeft met behulp van een door de verdachte aangereikt vuurwapen [W] doodgeschoten en vervolgens [C] met de kolf van dat vuurwapen doodgeslagen. De slachtoffers zijn 25 en 21 jaar oud geworden. Door zijn handelen heeft de verdachte samen met zijn mededader de slachtoffers hun meest kostbare bezit, het leven, ontnomen en heeft hij groot leed bij de familie en vrienden van de slachtoffers veroorzaakt. De gebeurtenissen hebben daarnaast diepe indruk gemaakt op de aanwezigen die bewuste ochtend en de Sint Maartense rechtsorde is hierdoor ernstig geschokt.
Op grond van het voorgaande acht het Hof na te melden straf passend en geboden. Nu het Hof tot een andere bewezenverklaring komt dan het Gerecht in eerste aanleg, zal het Hof een lagere straf opleggen dan door het Gerecht in eerste aanleg is opgelegd.
Inbeslaggenomen voorwerpen
De auto Toyota Corolla met kenteken [ ] kan worden teruggeven aan het verhuurbedrijf SXM VIP Car Rental te Concordia, Saint Martin (67 Rue de Spring) (bijlage 5, beslag dossier). Het zwarte nylontasje (merk Eagle Creek), inhoudende een portemonnee met verzekeringskaart, credit card en andere dingen, kan worden teruggegeven aan [Z] (bijlage 2, beslag dossier).
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 31 en 59 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het Hof:
vernietigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 31 januari 2014 en doet opnieuw recht als volgt;
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen verklaard, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot
een gevangenisstraf voor de tien (10) jaren;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
gelast de teruggave van de auto Toyota Corolla met kenteken [ ] aan SXM VIP Car Rental te Concordia, Saint Martin (67 Rue de Spring) en het zwarte nylontasje (merk Eagle Creek), inhoudende een portemonnee met verzekeringskaart, credit card en andere dingen, aan [Z].
Dit vonnis is gewezen door mrs. E.M. van der Bunt, J. de Boer en M. Schoemaker, leden van het Hof, en in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten uitgesproken op 17 september 2014.