ECLI:NL:OGHACMB:2014:34
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- A.H.M. van de Leur
- W.J. Noordhuizen
- H. Mol
- Rechtspraak.nl
Bevel tot gevangenhouding en hoger beroep van verdachte in autodiefstalzaak
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 13 augustus 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechter-commissaris van 30 juli 2014, die de gevangenhouding van de verdachte had bevolen. De verdachte, geboren in Aruba in 1992 en thans gedetineerd in het Korrektie Instituut Aruba, had hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Hof oordeelde dat het beroep ongegrond was, onder andere omdat autodiefstal volgens de Arubaanse wetgeving als een ernstig feit wordt beschouwd. De samenleving van Aruba, die te maken heeft met een toenemende problematiek van autodiefstallen, zou ernstig geschokt zijn als de verdachte zijn berechting in vrijheid zou mogen afwachten.
De verdachte had aangevoerd dat hij werkloos was en zich had aangemeld voor een sociaal vormingstraject, maar nog niet was opgeroepen. Zijn raadsman had een beroep gedaan op artikel 101, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, met het verzoek om de voorlopige hechtenis op te heffen. De procureur-generaal daarentegen betoogde dat er ernstige bezwaren tegen de verdachte bestonden en dat de redenen voor de gevangenhouding nog steeds van kracht waren.
Het Hof concludeerde dat de bezwaren tegen de verdachte nog steeds aanwezig waren en dat de recidivegrond, evenals de geschokte rechtsorde, zwaarwegend waren. Het verzoek van de verdachte tot schorsing van zijn voorlopige hechtenis werd afgewezen. De beslissing van het Hof bevestigde de eerdere beschikking van de rechter-commissaris en verklaarde het beroep van de verdachte ongegrond.