Uitspraak
wonende in Zwitserland,
gemachtigden: mrs. E. Bokkes en M. Peelen,
1.Het verloop van de procedure
2.Ontvankelijkheid
3.Beoordeling
Europees Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake het gezag over kinderen en betreffende het herstel van het gezag over kinderen, Luxemburg 20 mei 1980 en het
Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen, ’s-Gravenhage 25 oktober 1980 (Haags Kinderontvoeringsverdrag). Deze verdragen, die zijn goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk der Nederlanden, hebben echter geen medegelding voor Curaçao.
Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen, ’s-Gravenhage 5 oktober 1961 (Haags kinderbeschermingsverdrag 1961) heeft wel gelding in Curaçao. België is er niet bij aangesloten.
ex nuncdienen te oordelen, rekening houdende met alle actuele feiten en omstandigheden, waarbij het belang van het kind en niet het laakbare gedrag van de moeder, voor zover vaststaand, richtsnoer is. Eventueel kan advies worden ingewonnen bij de Voogdijraad en kan het kind – dat inmiddels elf jaar is – worden gehoord.