Uitspraak
[mevrouw GEÏNTIMEERDE],
Francisco Victor [GEÏNTIMEERDE],
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van Arubags & More N.V. tegen een eerdere beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. Arubags, de appellante, heeft in hoger beroep vorderingen ingesteld wegens merkinbreuk door de geïntimeerden, die tassen met het woord 'Aruba' in hun winkels verkopen. De procedure begon met een beroepschrift op 27 september 2011, waarin Arubags verzocht om vernietiging van de eerdere beschikking en veroordeling van de geïntimeerden tot schadevergoeding en andere vorderingen.
Tijdens de procedure heeft het Hof vastgesteld dat het GEA (Gerecht in eerste aanleg) ten onrechte een beschikking had gegeven in plaats van een vonnis, en dat Arubags appel had moeten instellen via een akte van appel. Het Hof heeft de feiten vastgesteld zoals vermeld in de beschikking van de Hoge Raad, die het vonnis van het Hof van 14 augustus 2012 had vernietigd en de zaak had verwezen voor verdere behandeling.
De kern van de zaak draait om de vraag of de geïntimeerden inbreuk maken op de merkrechten van Arubags. Arubags stelt dat zij sinds 10 juni 2010 rechthebbende is op een merk dat het woord 'Aruba' bevat, terwijl de geïntimeerden beweren dat zij eerder gebruik hebben gemaakt van dit teken. Het Hof heeft geconcludeerd dat Arubags tegenbewijs moet leveren tegen de stelling dat de geïntimeerden het eerst gebruik hebben gemaakt van het merk. De zaak is aangehouden voor getuigenverhoren, die op 16 september 2014 zullen plaatsvinden.