ECLI:NL:OGHACMB:2014:108

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
15 december 2014
Publicatiedatum
4 december 2015
Zaaknummer
HLAR 67355/14
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep van Antelecom N.V. tegen de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie inzake telecommunicatie-infrastructuur

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de naamloze vennootschap Antelecom N.V. tegen de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De uitspraak betreft een geschil over de telecommunicatie-infrastructuur en de rechtmatigheid van de beschikking van de minister van 20 maart 2012. Deze beschikking stelde dat Antelecom niet bevoegd was om telecommunicatie-infrastructuur te beheren en dat het internationale telefoonverkeer van Antelecom via het netwerk van Personal Communication Services N.V. (PCS) moest worden gerouteerd. Antelecom heeft in beroep aangevoerd dat de minister ten onrechte heeft geoordeeld dat haar handelen in strijd was met de Wet op de Telecommunicatievoorzieningen BES.

Het Gerecht in eerste aanleg heeft het beroep van Antelecom niet-ontvankelijk verklaard, omdat het volgens hen ontbrak aan belang. Antelecom heeft echter betoogd dat zij wel degelijk belang heeft bij een rechterlijk oordeel, omdat PCS mogelijk een vordering tot betaling van interconnectievergoeding tegen haar kan instellen. Het Hof heeft de zaak op 5 november 2014 behandeld, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun advocaten.

Het Hof heeft geoordeeld dat Antelecom voldoende belang heeft bij het hoger beroep, omdat de uitspraak van het Gerecht gevolgen kan hebben voor een mogelijke vordering van PCS. Het Hof heeft de uitspraak van het Gerecht vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerecht voor verdere behandeling. Tevens is de minister veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten aan Antelecom en het griffierecht aan het openbaar lichaam Bonaire. De uitspraak is gedaan op 15 december 2014.

Uitspraak

HLAR 67355/14
Datum uitspraak: 15 december 2014
gemeenschappelijk hof van jusTitie
van aruba, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Uitspraak op het hoger beroep van:
de naamloze vennootschap Antelecom N.V., gevestigd in Curaçao,
appellante,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, zittingsplaats Curaçao, van 20 december 2013 in zaak nr. War BES 2012/7 in het geding tussen:
appellante
en
de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Procesverloop

Bij beschikking van 20 maart 2012 heeft de minister op verzoek van de naamloze vennootschap Personal Communication Services N.V (hierna: PCS) een geschil tussen die vennootschap en appellante beslecht.
Bij uitspraak van 20 december 2013 heeft het Gerecht het daartegen door appellante bij hem ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft appellante hoger beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 november 2014, waar appellante, vertegenwoordigd door mr. O.J. Komdeur, advocaat, en de minister, vertegenwoordigd door mr. S. Thomsom, ook advocaat, zijn verschenen.
Overwegingen
De beschikking van 20 maart 2012 luidt aldus: “Als zijnde dienstaanbieder is CHIPPIE niet bevoegd over telecommunicatie-infrastructuur te beschikken en is zij voor het routeren van het voor haar eindgebruikers bestemde internationale telefoonverkeer afkomstig van Antelecom volledig afhankelijk van de koppeling van Antelecom met het PCS netwerk. Het internationale telefoonverkeer van Antelecom bestemd voor de nummers +599-795-XXXX en +599-796-XXXX dan wel het internationale telefoonverkeer afkomstig van de nummers +599-795-XXXX en +599-796-XXXX bestemd voor Antelecom dient over het PCS netwerk te worden gerouteerd. Het direct door Antelecom afleveren van het mobiele telefoonverkeer van internationale bestemmingen op Bonaire aan de nummers +599-795-XXXX en +599-796-XXXX van CHIPPIE als dienstaanbieder is in strijd met de Wet op de Telecommunicatievoorzieningen BES.”
Appellante heeft in beroep aangevoerd dat de minister het door haar direct afleveren van het mobiele telefoonverkeer van internationale bestemmingen op Bonaire aan de nummers +599-795-XXXX en +599-796-XXXX van CHIPPIE als dienstaanbieder ten onrechte in strijd met de Wet op de Telecommunicatievoorzieningen BES heeft geoordeeld.
Bij beschikking van 13 november 2013 heeft de minister de bij Landsbesluit van 9 juli 1999, no. 23, no. 4749JAZ aan PCS voor het aanleggen, in stand houden en exploiteren van telecommunicatie-infrastructuur ten behoeve van mobiele communicatie binnen het verzorgingsgebied Bonaire verleende concessie en de bij Landsbesluit van 13 juni 2002, no. 6, no. 2268’01 JAZ aan haar voor het aanleggen, in stand houden en exploiteren van telecommunicatie-infrastructuur op Bonaire ten behoeve van de lange afstand telecommunicatie van en naar het verzorgingsgebied verleende concessie ingetrokken.
Het Gerecht heeft het beroep niet‑ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van belang daarbij, omdat appellante de mobiele nummers in weerwil van de beschikking van 20 maart 2012 rechtstreeks aflevert, althans niet herrouteert via het netwerk van PCS, deze handelwijze door de minister wordt gedoogd en appellante niet heeft gesteld dat zij ten gevolge van die beschikking schade heeft geleden en dat ook niet is gebleken. Dat niet is uit te sluiten dat PCS jegens haar een claim indient, is geen reden voor een ander oordeel, omdat dat een onzekere toekomstige gebeurtenis is, nu niet is gebleken van enig concreet voornemen daartoe van de zijde van PCS, aldus het Gerecht.
Appellante betoogt dat het Gerecht daarmee heeft miskend dat zij van 1 februari 2007 tot en met 13 november 2013 het mobiele telefoonverkeer van internationale bestemmingen op Bonaire direct aan de nummers +599-795-XXXX en +599-796-XXXX van CHIPPIE als dienstaanbieder heeft aangeleverd en dat dat volgens de beschikking van 20 maart 2012 onrechtmatig is. Ten gevolge daarvan kan PCS betaling van de voor die periode door appellante aan haar verschuldigde interconnectievergoeding vorderen. Nu PCS haar bij brief van 22 augustus 2011 heeft verzocht om afgifte van de maandelijkse interconnectierapportages over de periode vanaf 1 februari 2007, teneinde de alsnog aan haar verschuldigde interconnectievergoedingen te kunnen berekenen, bestaat een reële mogelijkheid dat zij daartoe overgaat en heeft zij belang bij een rechterlijk oordeel over de beschikking, aldus appellante.
5.1.
Dat betoog slaagt. In de door appellante gestelde en zijdens de minister op zichzelf niet bestreden omstandigheid dat PCS mogelijk een vordering tot betaling van interconnectievergoeding tegen haar instelt, is voor haar voldoende belang gelegen bij het door haar ingestelde beroep. Daarvoor is niet nodig dat PCS zodanige vordering heeft ingesteld. Daarbij wordt mede in aanmerking genomen dat, indien de beschikking van 20 maart 2012 niet door de bestuursrechter wordt vernietigd, de burgerlijke rechter in geval van een niet uit te sluiten procedure van PCS tegen appellante over die vordering, gelet op de taakverdeling tussen de bestuursrechter en de burgerlijke rechter, volgens de rechtspraak van de Hoge Raad (onder meer arrest van 17 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM6102), van de rechtmatigheid van die beschikking heeft uit te gaan, nu tegen die beschikking een met voldoende waarborgen omklede bestuursrechtelijke rechtsgang heeft opengestaan.
6. Ingevolge artikel 78, tweede lid, van de Wet administratieve rechtspraak BES wordt, wanneer het Gerecht de niet‑ontvankelijkheid heeft uitgesproken en het Hof deze uitspraak met een ontvankelijkverklaring vernietigt, het beroepschrift naar het Gerecht terugverwezen om te worden hervat in de stand waarin de behandeling zich bevond.
7. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Het Hof zal het beroep naar het Gerecht terugverwijzen, opdat het de behandeling van de zaak hervat in de stand waarin deze zich bevond. Het dient de zaak te behandelen en te beslissen met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen.
8. De minister dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden verwezen. Voorts dient aan appellante het griffierecht te worden vergoed.

Beslissing

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba:
verklaarthet hoger beroep
gegrond;
vernietigtde uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, zittingsplaats Curaçao, van 20 december 2013 in zaak nr. War BES 2012/7
;
wijstde zaak naar het Gerecht
terug;
veroordeeltde minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie tot vergoeding aan de naamloze vennootschap Antelecom N.V. van de bij haar in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van $ 782,00 (zegge: zevenhonderdtweeëntachtig dollar), geheel toe te rekenen aan door een derde verleende rechtsbijstand; dit bedrag dient door de minister aan de naamloze vennootschap Antelecom N.V. te worden betaald;
gelasthet openbaar lichaam Bonaire om aan de naamloze vennootschap Antelecom N.V. het door deze voor de behandeling van het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van $ 168,00 (zegge: honderdachtenzestig dollar)
te vergoeden.
Aldus vastgesteld door mr. E.J. van der Poel, voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. J.E.M. Polak, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A. Martines, griffier.
w.g. Van der Poel
voorzitter
w.g. Martines
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 15 december 2014
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,