ECLI:NL:OGHACMB:2013:CA0514
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake scheiding van tafel en bed met betrekking tot alimentatie en echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarbij de vrouw, appellante, hoger beroep heeft ingesteld tegen de eindbeschikking van 6 maart 2012. De vrouw verzocht om echtscheiding en alimentatie, maar het Hof oordeelt dat zij niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep. Dit is gebaseerd op het feit dat de vrouw niet tijdig in hoger beroep is gegaan tegen de afwijzing van haar verzoek tot echtscheiding, zoals bepaald in de deelbeschikking van 10 januari 2012. De termijn voor het instellen van hoger beroep was zes weken na de uitspraak, maar de vrouw heeft pas op 7 juni 2012 hoger beroep ingesteld, wat te laat was.
Daarnaast wordt opgemerkt dat de scheiding van tafel en bed pas tot stand komt door inschrijving van de eindbeschikking in het huwelijksgoederenregister. Indien deze inschrijving niet binnen zes maanden na de uitspraak plaatsvindt, verliest de beschikking haar kracht. Het Hof wijst de vrouw erop dat de termijn van drie jaren voor echtscheiding pas begint te lopen na de scheiding van tafel en bed, en dat gedurende een scheiding van tafel en bed echtscheiding is uitgesloten.
Het Hof concludeert dat de vrouw niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep en compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan op 8 januari 2013 in Curaçao, in aanwezigheid van de griffier.