ECLI:NL:OGHACMB:2013:BZ2107
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- F.J. Lourens
- J. de Boer
- M.C.B. Hubben
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis en afwijzing verzoek tot onmiddellijke invrijheidstelling in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 20 februari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, gedateerd 10 januari 2013. De verdachte, geboren in Jamaica en thans gedetineerd in het Huis van Bewaring te Sint Maarten, had hoger beroep ingesteld tegen de nietigverklaring van de dagvaarding door het GEA. Het Hof bevestigde het vonnis van het GEA, dat de dagvaarding nietig was verklaard omdat er niet voldaan was aan de wettelijke termijn van ten minste zeven dagen tussen de betekening van de dagvaarding en de terechtzitting. De verdachte had verzocht om onmiddellijke invrijheidstelling, maar dit verzoek werd afgewezen.
Het Hof oordeelde dat de verdachte ontvankelijk was in zijn hoger beroep, omdat hij een rechtens te respecteren belang had bij de beoordeling van de voortduring van zijn voorlopige hechtenis. Het Hof bevestigde dat het GEA op 10 januari 2013 had beslist dat de voorlopige hechtenis van de verdachte gedurende maximaal drie weken van kracht bleef, ondanks de nietigheid van de dagvaarding. De verdachte had niet verzocht om opheffing van de voorlopige hechtenis, en de behandeling van de zaak ging verder met een nieuwe dagvaarding op 17 januari 2013.
Het Hof concludeerde dat het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis en de onmiddellijke invrijheidstelling niet kon worden toegewezen, gezien het gesloten stelsel van rechtsmiddelen en de omstandigheden van de zaak. De beslissing van het Hof werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier tijdens de openbare terechtzitting in Sint Maarten.