Uitspraak
Bij onderscheiden uitspraken van 24 juni 2010 in de zaken nrs. 2008/157 en 2008/158 heeft het Gerecht de nieuwe door de minister op de gemaakte bezwaren gegeven beschikkingen opnieuw vernietigd en bepaald dat de minister met inachtneming van hetgeen in die uitspraak is overwogen nogmaals op de gemaakte bezwaren beschikt. Bij uitspraak van 25 januari 2011 in zaak nr. HLAR 035/10 heeft het Hof deze uitspraken bevestigd. Het heeft daartoe overwogen dat het Gerecht met juistheid in aanmerking heeft genomen dat de minister het exploitatieoverzicht ten onrechte niet door een accountant heeft laten controleren en uit een verklaring van de accountant zal moeten blijken of het exploitatieoverzicht op het door Setel aangevoerde punt juist is. De beschikkingen van 25 oktober 2010 zijn gegeven naar aanleiding van de uitspraken van het Gerecht van 24 juni 2010.
Hetgeen Setel in beroep heeft aangevoerd, heeft het Gerecht ten onrechte aanleiding gegeven tot het oordeel dat de minister met het Assurance-rapport en de accountantsverklaring van 21 oktober 2010 niet aannemelijk heeft gemaakt dat de door hem in rekening gebrachte kosten, kosten in de zin van artikel 7, vijfde lid, van de Ltv zijn. Met dat rapport heeft de minister voldaan aan wat het Gerecht, daarin bevestigd door het Hof, eerder van de minister heeft gevergd. De daarmee gegeven motivering van de bij het in rekening brengen van de concessievergoeding in aanmerking te nemen kosten is daarmee toereikend.
Beslissing
verklaarthet hoger beroep
gegrond;
vernietigtde uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 6 november 2012 in de zaken nrs. Lar 45824/2010 en 55785/2010;
verklaarthet bij het Gerecht in die zaken ingestelde beroep
ongegrond.
de griffier,
voor deze,