Uitspraak
appellant
Karakter heeft de gronden van het beroep niet binnen de aldus gestelde termijn ingediend, doch eerst op 19 december 2011. Zij heeft geen omstandigheden gesteld die grond geven voor het oordeel dat haar dat niet kan worden tegengeworpen. Dat zij uit de brief van de minister van 18 oktober 2011 en mededelingen van een medewerker van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ontwikkeling, Milieu en Infrastructuur, zoals zij stelt, begreep dat geen bouwvergunning nodig was en erop mocht vertrouwen dat de muur niet verwijderd behoefde te worden, is daarvoor onvoldoende. Voor zover Karakter daartoe aanleiding zag, zou zij het Gerecht hebben kunnen verzoeken de termijn voor het indienen van gronden te verlengen. Dat heeft zij niet gedaan. Er zijn ook overigens geen redenen om te oordelen dat het beroep niet niet‑ontvankelijk moest worden verklaard. Het Gerecht heeft het door Karakter ingestelde beroep ten onrechte niet niet‑ontvankelijk verklaard.
Beslissing
verklaarthet hoger beroep
gegrond;
vernietigtde uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 9 juli 2012 in zaak nr. LAR 89/2011;
verklaarthet bij het Gerecht in die zaak ingestelde beroep
niet‑ontvankelijk.
de griffier,
voor deze,