Uitspraak
appellant,
Procesverloop
Ingevolge artikel 17, eerste lid, geeft een restaurantvergunning A de houder recht tot de verkoop in het klein van alcoholvrije drank, voor consumptie bestemd ijs of soortgelijk artikel en spijzen, die in een ter plaatse aanwezige keuken worden bereid, voor gebruik ter plaatse.
Ingevolge artikel 28, aanhef en onder o, wordt vergunning geweigerd, indien gegrond vermoeden bestaat dat de aanvrager over de lokaliteit, waarvoor de vergunning wordt gevraagd, niet de beschikking heeft.
Aan de beschikking van 10 februari 2012 heeft de minister ten grondslag gelegd dat Vinmar bij haar aanvraag geen documenten heeft overgelegd ter bevestiging dat zij de beschikking over de lokaliteit heeft. Daarmee is in ieder geval niet gemotiveerd, waarom de door Vinmar gestelde en als zodanig niet bestreden omstandigheden onvoldoende grond geven voor het oordeel dat zij daarover de beschikking in even bedoelde zin heeft. Aldus is de beschikking ontoereikend gemotiveerd. Dat, zoals de minister stelt, Tesi bij brief van 11 september 2001 aan het bestuurscollege van het Eilandgebied Sint Maarten, naar aanleiding van een eerdere aanvraag van Vinmar om haar een koffiehuis- en restaurantvergunning te verlenen, heeft laten weten tegen verlening van zodanige vergunning bezwaar te hebben, omdat Vinmar zonder recht of titel van haar eigendommen gebruik maakt en zij doende is Vinmar ervan te verwijderen, biedt evenmin een toereikende motivering, nu Tesi sindsdien geen stappen heeft ondernomen om het gebruik van de lokaliteit door Vinmar te doen beëindigen.
Beslissing
gegrond;
vernietigtde uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 9 juli 2012 in zaak nr. Lar 023/2012;
gegrond;
de griffier,
voor deze,