ECLI:NL:OGHACMB:2013:41

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
10 december 2013
Publicatiedatum
15 januari 2014
Zaaknummer
H-66/2013
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens medeplichtigheid aan gewapende overval met dodelijke afloop

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 10 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die was veroordeeld voor medeplichtigheid aan een gewapende overval met dodelijke afloop op een Chinees echtpaar. De verdachte, geboren in 1985 op Curaçao en gedetineerd in het huis van bewaring aldaar, had samen met zijn mededaders een plan beraamd om de slachtoffers te beroven. Hij verstrekte een vuurwapen aan een van de mededaders en gaf uitleg over het gebruik ervan. De overval resulteerde in de gewelddadige dood van het echtpaar Feng, waarbij hun vierjarige dochter getuige was van de schokkende gebeurtenis.

Het Hof heeft de eerdere veroordeling van negen jaar gevangenisstraf in eerste aanleg herzien en de straf verhoogd naar twaalf jaar. Bij de strafoplegging heeft het Hof rekening gehouden met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte en de impact van de misdaad op de slachtoffers en de samenleving. De verdachte had niet alleen de daders geholpen, maar ook onherstelbaar leed veroorzaakt voor de nabestaanden en de Chinese gemeenschap in Curaçao. Het Hof heeft benadrukt dat het voorhanden hebben van vuurwapens een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich meebrengt.

De beslissing van het Hof bevestigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg, behoudens de strafmaat, en legt de verdachte een gevangenisstraf op van twaalf jaren, met aftrek van voorarrest. De uitspraak is gedaan door de rechters S.A. Carmelia, G.C.C. Lewin en E.M. van der Bunt, en is openbaar uitgesproken in Curaçao.

Uitspraak

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
S T R A F V O N N I S
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 12 juni 2013 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [datum] 1985 op Curaçao,
wonende in Curaçao,
thans
gedetineerdin het huis van bewaring in Curaçao.
Procesgang en onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg van 9 januari 2013 en 23 mei 2013, zoals daarvan blijkt uit de processen-verbaal van die terechtzittingen, alsmede van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 21 november 2013 in Curaçao.
Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de (waarnemend) procureur-generaal, mr. A.C. van der Schans, en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman, mr. M.H.P. Lieuw Kie Song, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, aan de verdachte ter zake van feit 1 primair, 2 primair en 3 een gevangenisstraf zal opleggen voor de duur van achttien jaren, met aftrek van voorarrest.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 impliciet subsidiair, 2 impliciet subsidiair en 3 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen jaren met aftrek van voorarrest.
De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is, met inachtneming van de in eerste aanleg gevorderde en toegewezen wijzigingen, ten laste gelegd:….
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, omdat het Hof zich daarmee verenigt, behoudens ten aanzien van de straf en de motivering daarvan.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de straf heeft het Hof rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, met de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en met de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken. Meer in het bijzonder heeft het Hof daarbij het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich ten aanzien van twee slachtoffers schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan het medeplegen van gekwalificeerde doodslag. Hij heeft zijn mededaders informatie verstrekt over de eigenaren van een snack bij hem in de buurt en hun vermeende bezit van een grote som contant geld. Hij heeft met (een van) hen een plan beraamd om deze mensen te gaan beroven. Hij heeft één van de daders daartoe een vuurwapen verstrekt en het gebruik daarvan uitgelegd. Dit heeft ertoe geleid dat de mededaders een gewapende overval hebben gepleegd, waarbij uit louter financieel gewin het echtpaar Feng op gewelddadige wijze om het leven is gebracht. Daarmee hebben zij hen beroofd van het kostbaarste goed dat de mens bezit, het leven. Het schokkende aspect is mede daarin gelegen dat het destijds vierjarige dochtertje van het echtpaar getuige is geweest van de overval en het doodschieten van haar ouders. De verdachte en zijn mededaders hebben dit kind en de overige nabestaanden van de slachtoffers onherstelbaar leed toegebracht. Bovendien hebben de begane feiten niet alleen een grote impact gehad op de Chinese gemeenschap maar op de gehele samenleving in Curaçao.
De verdachte heeft met zijn handelen de daders in de gelegenheid gesteld deze bijzonder ernstige strafbare feiten te plegen. Deze medeplichtigheid heeft mede tot het verschrikkelijke resultaat geleid. Het Hof neemt hem dit zeer kwalijk. Dit te meer nu de mededaders jong volwassen waren, allen een stuk jonger dan de verdachte zelf. Bij de bepaling van de straf heeft het Hof het bepaalde in artikel 1:125, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht in aanmerking genomen. Het Hof legt derhalve een straf op voor de handelingen die verdachte opzettelijk heeft bevorderd, zijnde het medeplegen van diefstal met geweld de dood ten gevolge hebbende, meermalen gepleegd.
De verdachte heeft zich voorts samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan verboden vuurwapenbezit. Het voorhanden hebben van vuurwapens brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen mee.
Op grond van het voorgaande acht het Hof na te melden straf passend en geboden. Het Hof is van oordeel dat aan de ernst van het feit onvoldoende recht is gedaan door de strafoplegging in eerste aanleg.

BESLISSING

Het Hof:
bevestigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 12 juni 2013, behoudens ten aanzien van de straf en de motivering daarvan en doet in zoverre opnieuw recht als volgt;
veroordeelt de verdachte tot
een gevangenisstraf voor de 12 (TWAALF) JAREN;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mrs. S.A. Carmelia, G.C.C. Lewin en E.M. van der Bunt, leden van het Hof, en in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 10 december 2013.