ECLI:NL:OGHACMB:2013:39
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- F.J. Lourens
- M.J. de Kort
- I.W.M. Laurijssens
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft verzoeker op 3 november 2006 een verzoek tot wraking van de rechter ingediend in een civiele procedure. Het verzoek is gebaseerd op twee gronden: de rechter zou geen vonnis willen wijzen en zou partijen tot een regeling willen dwingen, en de rechter zou partijdig zijn. Het Hof overweegt dat de lange duur van de procedure mede te wijten is aan omstandigheden in de risicosfeer van verzoeker zelf. Het Hof stelt vast dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn. De aangevoerde feiten en omstandigheden rechtvaardigen niet de conclusie dat de rechter enige vooringenomenheid koesterde of dat de vrees dienaangaande objectief gerechtvaardigd is. Het verzoek tot wraking wordt afgewezen. De rechter heeft ter zitting verklaard dat het dossier op enig moment in het ongerede is geraakt en dat hij partijen heeft geadviseerd om een regeling te treffen. Het Hof concludeert dat de rechter geen vonnis wenst te wijzen, wat feitelijk onjuist is, aangezien er al drie tussenvonnissen zijn gewezen. De rechter heeft ook verklaard dat hij verzoeker meermaals heeft gemaand tot zwijgen, wat door verzoeker als respectloos werd ervaren. Het Hof oordeelt dat de gedragingen van de rechter niet wijzen op partijdigheid en dat de vrees van verzoeker niet objectief gerechtvaardigd is. De beslissing van het Hof is dat het verzoek tot wraking wordt afgewezen.