ECLI:NL:OGHACMB:2013:13

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
18 juni 2013
Publicatiedatum
12 augustus 2013
Zaaknummer
Ghis 56604 - EJ 3133/10 - H 170/12
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van werknemer na handgemeen met collega in zicht van gasten

In deze zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gaat het om een hoger beroep van de naamloze vennootschap Hyatt Aruba N.V., die het ontslag op staande voet van een werknemer aanvecht. De werknemer had een handgemeen met een collega in een gedeelte van het restaurant waar gasten zicht op hadden. Het Hof oordeelt dat er sprake was van een dringende reden voor ontslag op staande voet. De feiten zijn vastgesteld door het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waaruit blijkt dat de werknemer en de collega, met wie hij een affectieve relatie had, betrokken waren bij een gewelddadig voorval. De collega liep hierbij een bloedneus op en viel, terwijl de werknemer op het punt stond te schoppen maar door een derde werd tegengehouden. Het Hof benadrukt dat de Arubaanse hotels strenge normen hanteren voor het gedrag van hun personeel, vooral in het zicht van gasten, en dat dit van groot belang is voor de reputatie van Aruba als toeristische bestemming. Het Hof vernietigt de eerdere beschikking en wijst de verzoeken van de werknemer af, waarbij hij in de kosten van de procedure wordt veroordeeld. De uitspraak werd gedaan op 18 juni 2013.

Uitspraak

Registratienrs. Ghis 56604 - EJ 3133/10 - H 170/12
Uitspraak: 18 juni 2013
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN
ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN EN VAN
BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Beschikking in de zaak van:
de naamloze vennootschap HYATT ARUBA N.V., h.o.d.n. HYATT REGENCY ARUBA RESORT & CASINO,
gevestigd in Aruba,
hierna te noemen: Hyatt,
oorspronkelijk verweerster, thans appellante,
gemachtigde: mr. A.E. Barrios,
tegen
[werknemer],
wonend in Aruba,
hierna te noemen: [werknemer],
oorspronkelijk verzoeker, thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. D.C.A. Crouch.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en verzocht, voor de procesgang aldaar en voor de overwegingen en beslissingen van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (GEA) wordt verwezen naar de tussen partijen in de zaak met registratienummer AR EJ 3133 van 2010 gegeven en op 28 juni 2011 uitgesproken tussenbeschikking en de op 20 maart 2012 uitgesproken eindbeschikking. De inhoud van die beschikkingen geldt als hier ingevoegd.
1.2.
Hyatt heeft in een beroepschrift, met productie, ingekomen op 27 april 2012, hoger beroep ingesteld tegen voornoemde beschikkingen. Hierin heeft zij het beroep toegelicht en geconcludeerd dat het Hof de bestreden eindbeschikking zal vernietigen en de verzoeken van [werknemer] alsnog zal afwijzen, met veroordeling van [werknemer] in de kosten.
1.3.
Door [werknemer] is een verweerschrift d.d. 8 januari 2012, met producties, ingediend. Daarin heeft hij het hoger beroep bestreden en geconcludeerd dat het Hof de bestreden eindbeschikking zal bevestigen, met veroordeling van Hyatt in de kosten van beide instanties, alles uitvoerbaar bij voorraad.
1.4.
[werknemer] heeft bij fax van 10 januari 2012 producties ingezonden.
1.5.
De mondelinge behandeling van 15 januari 2013 is aangehouden omdat het verweerschrift ontbrak.
1.6.
De mondelinge behandeling is voortgezet op 26 maart 2013. Voor Hyatt is verschenen haar gemachtigde. [werknemer] is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De gemachtigden hebben gepleit aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen. De gemachtigde van [werknemer] heeft producties overgelegd. Voorts hebben partijen vragen van het Hof beantwoord.
1.7.
Na afloop van de mondelinge behandeling is afgesproken dat partijen zouden trachten de zaak te schikken.
1.8.
Op de rolzitting van 21 mei 2013 hebben partijen medegedeeld dat een regeling niet is bereikt.
1.9.
De voorzitter van het Hof heeft op 21 mei 2013 medegedeeld dat heden een beschikking wordt uitgesproken.

2.Ontvankelijkheid

Hyatt heeft het hoger beroep tijdig en op de juiste wijze ingesteld, zodat hij daarin kan worden ontvangen.

3.De gronden

Voor de gronden van het hoger beroep wordt verwezen naar het beroepschrift.

4.Waarvan in hoger beroep moet worden uitgegaan

Het GEA heeft onder 2 van de tussenbeschikking van 28 juni 2011 feiten vastgesteld. Deze vaststelling is niet in geschil en ook het Hof zal ervan uitgaan.

5.Beoordeling

5.1.
Hyatt’s hoger beroep is gegrond. Met voldoende zekerheid staat vast dat:
- in het ‘backstation’ van het Picollorestaurant waarop zicht was vanuit het gedeelte waartoe de gasten toegang hebben, een handgemeen plaats vond tussen [werknemer] en [collega] met wie [werknemer] een affectieve relatie heeft gehad en met wie hij een kind heeft,
- [collega] hierbij een bloedneus heeft opgelopen,
- [collega] is komen te vallen, en
- [werknemer] op het punt stond te schoppen maar daarvan door een collega (Yarzagaray) is weerhouden.
5.2.
Het Hof acht hierin, alle omstandigheden van het geval – inclusief de ingrijpende gevolgen voor [werknemer] – in onderling verband en samenhang in aanmerking genomen, een dringende reden voor ontslag op staande voet aanwezig. De Arubaanse hotels geven extra aandacht aan behoorlijk optreden van hun personeel in het algemeen (ook als geen gasten in de buurt zijn) en stellen zware sancties op onbehoorlijk gedrag, hetgeen aan dit personeel ook bekend is. In de jurisprudentie van het GEA en het Hof wordt hiermee rekening gehouden. Het toerisme is nu eenmaal cruciaal voor de economie van Aruba. Het is van algemeen belang dat de goede naam van Aruba (‘one happy island’) bij de overwegend Amerikaanse toerist niet wordt aangetast.
5.3.
Uit het voorgaande volgt dat de bestreden beschikking moet worden vernietigd. De verzoeken van [werknemer] moeten worden afgewezen.
5.4. [
werknemer] dient de kosten van deze procedure te dragen.

6.Beslissing

Het Hof:
- vernietigt de bestreden beschikking, en opnieuw rechtdoende:
- wijst af de verzoeken van [werknemer];
- veroordeelt [werknemer] in de kosten van deze procedure aan de zijde van Hyatt gevallen en tot op heden begroot voor de eerste aanleg op Afl. 3.000,= aan gemachtigdensalaris en voor het hoger beroep op Afl. 5.100,= aan gemachtigdensalaris en Afl. 900,= aan betaald griffierecht.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J. de Boer, J.P. de Haan en S. Verheijen, leden van het Hof, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 juni 2013 in Aruba, in tegenwoordigheid van de griffier.