Registratienrs. 54589 – H 223/12
Uitspraak: 11 december 2012 (bij vervroeging)
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN
ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN EN VAN
BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Beschikking in de zaak van:
de publiekrechtelijke rechtspersoon UNIVERSITEIT VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN, te vernoemen tot UNIVERSITY OF CURAÇAO MR.DR. MOISES FRUMENCIO DA COSTA GOMEZ,
zetelend te Curaçao,
hierna: de UNA,
oorpsronkelijk verweerster, thans appellante,
gemachtigde: mr. D.G. Kock,
[X],
wonende te Curaçao,
hierna: [x],
oorspronkelijk verzoeker, thans geïntimeerde,
gemachtigden: mrs. A. Bach Kolling en M. Hofhuis.
1. Het verloop van de procedure
1.1. Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en verzocht, voor de procesgang aldaar en voor de overwegingen en beslissingen van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (GEA) wordt verwezen naar de tussen partijen in de zaak met EJ nummer 54589 van 2012 gegeven en op 5 juni 2012 uitgesproken beschikking. De inhoud van die beschikking geldt als hier ingevoegd.
1.2. De UNA heeft op 16 juli 2012 in een beroepschrift, met producties, hoger beroep ingesteld van voornoemde beschikking. Hierin heeft zij het beroep toegelicht en geconcludeerd dat het Hof de bestreden beschikking zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het verzoek van [x] tot een billijke schadevergoeding ter zake van kennelijk onredelijk ontslag zal afwijzen, althans zal afwijzen voor zover dit NAF. 90.000,= althans een door het Hof in redelijkheid te bepalen bedrag te boven gaat, met veroordeling van [x] in de kosten van beide instanties.
1.3. [x] heeft in een verweerschrift, met producties, het hoger beroep bestreden en geconcludeerd tot afwijzing van het beroep, met veroordeling van de UNA in de kosten van beide instanties.
1.4. Bij brief van 25 oktober 2012 heeft [x] producties ingezonden.
1.5. Op 30 oktober 2012 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. [x] is verschenen, vergezeld van zijn gemachtigden. Voor de UNA is verschenen de rector magnificus dr. [ ], vergezeld van mr. Kock en mr. N.C. Pietersz. Gepleit is aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen.
1.6. Bij vervroeging wordt heden een beschikking uitgesproken.
2. De gronden van het hoger beroep
Voor de gronden van het hoger beroep wordt verwezen naar het beroepschrift.
3.1. [x] is op 25 augustus 2011 door de raad van toezicht van de UNA ontslagen als rector magnificus. Op dezelfde dag is hij door de waarnemend rector magnificus ontslagen als wetenschappelijk hoofdmedewerker. De vraag rijst of hij de rechtmatigheid van deze ontslagen kan aanvechten bij de burgerlijke rechter of dat een andere met voldoende processuele waarborgen omgeven rechtsgang openstaat of heeft opengestaan. Naar het voorlopig oordeel van het Hof is het laatste het geval.
3.2. De raad van toezicht en de rector magnificus van de UNA moeten worden aangemerkt als bestuursorgaan. Dit geldt ook indien deze organen medewerkers benoemen en ontslaan.
3.3. [x] is bij besluit van 3 februari 2003 door de rector magnificus aangesteld als wetenschappelijk hoofdmedewerker in vaste dienst, met vaststelling van zijn functie, faculteit waar hij werkzaam zal zijn, leeropdracht, inschaling en bezoldiging. De aanstelling is een eenzijdige rechtshandeling door de rechter magnificus die, nu ook aan de andere vereisten is voldaan, moet worden aangemerkt als beschikking. Dat op de aanstelling de collectieve arbeidsovereenkomst van de UNA van toepassing zou zijn, geeft deze nog niet het karakter van een civielrechtelijke arbeidsovereenkomst. Die collectieve overeenkomst heeft slechts een aanvullend karakter.
3.4. In het verlengde hiervan is ook het ontslag van [x] op 25 augustus 2011 als wetenschappelijk hoofdmedewerker een beschikking en geen opzegging van een privaatrechtelijke overeenkomst.
3.5. Bij beschikking van de 19 juni 2010 is [x] door de raad van toezicht aangesteld als rector magnificus. Deze beschikking strekt uitsluitend tot de aanstelling van [x] als rector magnificus. Er wordt nadrukkelijk niet in besloten dat de universiteit een privaatrechtelijke overeenkomst met [x] gaat sluiten. Wel is erin opgenomen dat hetgeen tussen [x] en de raad van toezicht is besproken en overeengekomen ter zake van de opdracht van de raad aan [x] betreffende zijn functioneren en de vergoeding die hij daarvoor zal krijgen middels een schriftelijke overeenkomst zal worden vastgelegd. Dit doet niet af aan het besluit om [x] te benoemen en maakt niet dat slechts is besloten om een privaatrechtelijke overeenkomst met [x] voor de functie van rector magnificus te sluiten. Daarom is de aanstellingsbeschikking ook geen voorbereidingsbesluit voor een privaatrechtelijke rechtshandeling.
3.6. In het verlengde hiervan is ook het ontslag van [x] op 25 augustus 2011 als rector magnificus een beschikking en geen opzegging van een privaatrechtelijke overeenkomst.
3.7. Uit het voorgaande volgt dat naar het voorlopig oordeel van het Hof [x] niet-ontvankelijk is in zijn verzoek aan de burgerlijke rechter.
3.8. Ten overvloede overweegt het Hof nog het hierna volgende.
3.9. Ingevolge artikel 1, eerste lid, van de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht is ambtenaar in de zin van de landsverordening en de uit kracht daarvan gegeven voorschriften hij die door het bevoegde gezag is benoemd of aangesteld in openbare dienst om in Curaçao werkzaam te zijn. Ingevolge het tweede lid behoren tot de openbare dienst alle diensten en bedrijven door Curaçao en de openbare lichamen beheerd, met inbegrip van het van overheidswege gegeven openbare onderwijs.
3.10. Ingevolge artikel 4 wordt onder het bevoegde gezag verstaan:
a de Gouverneur voor wat betreft de ambtenaren in dienst van Curaçao, met inachtneming van het hierna sub b bepaalde;
b. de Staten voor wat betreft benoeming, schorsing en ontslag van hun griffier.
Anders dan in bijvoorbeeld de Landsverordening funderend onderwijs, waarin in artikel 28 is bepaald dat het bevoegd gezag het personeel aanstelt, schorst dan wel ontslaat, is in de Landsverordening Universiteit Nederlandse Antillen niet bepaald dat dit door het bevoegd gezag gebeurt. Daarin is immers bepaald dat de raad van toezicht de rector magnificus benoemt, schorst en ontslaat (artikel 7, vierde lid) en de rector magnificus de hoogleraren en wetenschappelijk medewerkers (artikel 15, eerste lid). Aldus wordt niet voldaan aan het in artikel 1, eerste lid, van de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht gestelde vereiste. Daarvan uitgaande is ook de Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951 niet van toepassing en zou geen beroep bij de ambtenarenrechter open staan. De LAR-rechter is dan bevoegd, bij gebreke van een andere administratieve rechtsgang.
3.11. Partijen krijgen de gelegenheid gelijktijdig op het voorgaande bij akte te reageren.
3.12. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
- geeft partijen de gelegenheid gelijktijdig de in rov. 3.11 bedoelde akte te nemen;
- verwijst de zaak daartoe naar de rolzitting van het Hof van 8 januari 2013;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J. de Boer, H.J. van Kooten en F.J. Lourens, leden van het Hof, en bij vervroeging uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 januari 2013 in Curaçao, in tegenwoordigheid van de griffier.