ECLI:NL:OGHACMB:2012:CA0483

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
9 november 2012
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
51015 – H 267/11
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep vervalt wegens niet betalen griffierecht in parallelzaken

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 9 november 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen de stichting particulier fonds THE WILDLIFE PRIVATE FOUNDATION, thans appellante, en de vereniging PALM BEACH HOME OWNERS ASSOCIATION, thans geïntimeerde. Het Hof heeft vastgesteld dat het hoger beroep is vervallen omdat de appellante, Wildlife, het griffierecht niet tijdig heeft betaald.

De procedure is gestart met drie parallelle zaken, waarbij in oktober 2010 vonnissen zijn gewezen. De gemachtigde van Wildlife heeft op 1 december 2010 drie aparte appelakten ingediend, maar heeft later gekozen om één memorie van grieven in te dienen. Het Hof oordeelt dat de gemachtigde had moeten begrijpen dat er drie maal griffierecht verschuldigd was. De appellante kan zich niet verschuilen achter het griffiepersoneel, dat in verwarring was gebracht door de indiening van één stuk.

Het Hof heeft geen rechtvaardiging gevonden voor de te late betaling van het griffierecht. Zelfs als verondersteld wordt dat in twee zaken de memorie niet is ingediend, blijft het griffierecht verschuldigd. Het beroep is derhalve vervallen op basis van artikel 270 lid 5 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Wildlife is veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die zijn begroot op NAF. 5.100,= aan gemachtigdensalaris en NAF. 242,50 aan verschotten.

Uitspraak

Registratienrs. 51015 – H 267/11
Uitspraak: 9 november 2012
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Vonnis in de zaak van:
de stichting particulier fonds THE WILDLIFE PRIVATE FOUNDATION,
gevestigd in Sint Maarten,
oorspronkelijk gedaagde, thans appellante,
gemachtigde: mrs. M.O. Kortenoever en J. Meyer,
tegen
de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging PALM BEACH HOME OWNERS ASSOCIATION,
gevestigd in Sint Maarten,
oorspronkelijk eiseres, thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. M.M. Hofman-Ruigrok.
Partijen worden hierna wederom aangeduid met Wildlife en Palm Beach.
1. Verder verloop van de procedure
1.1. Het Hof verwijst voor het verloop tot dan toe naar zijn tussenvonnis van 27 januari 2012.
1.2. Bij brief van 28 februari 2012 heeft Wildlife producties ingediend (c.c. wederpartij).
1.3. Wildlife heeft op 2 maart 2012 een akte uitlating betaling griffiegeld, met producties, ingediend.
1.4. Op 10 april 2012 heeft Palm Beach producties ingediend.
1.5. Op 13 april 2012 heeft Palm Beach een antwoord akte uitlating betaling griffierecht ingediend.
1.6. Partijen hebben om vonnis ge¬vraagd waarvan de uitspraak nader is bepaald op heden.
2. Beoordeling
2.1. Het Hof acht geen rechtvaardiging voor de te late betaling van het griffierecht aanwezig. Op 19 oktober 2010 is in drie parallelzaken, te weten Apollo Ltd v. Palm Beach, Neptune Private Foundation v. Palm Beach en Wildlife Private Foundation v. Palm Beach, vonnis gewezen. Het gaat om drie aparte vonnissen. De toenmalige gemachtigde van Apollo, Neptune en Wildlife heeft op 1 december 2010 drie aparte appelakten ingediend. Toen deze gemachtigde ervoor koos om zes weken later één memorie van grieven in te dienen, had hij behoren te begrijpen dat drie maal griffierecht verschuldigd is. De gemachtigde kan zich niet verschuilen achter zijn bode of achter het griffiepersoneel dat kennelijk op het verkeerde been is gezet omdat het ging om één stuk. Terecht heeft Palm Beach erop gewezen dat de appellant verplicht was bij de indiening van de akte van hoger beroep, ter vaststelling van het griffierecht door de griffier, schriftelijk het financiële belang van de zaak aan te geven (artikel 85 Procesreglement).
2.2. Ook indien veronderstellenderwijs moet worden aangenomen dat in twee zaken de memorie geacht wordt niet te zijn ingediend, is in die zaken toch griffierecht verschuldigd uiterlijk zes weken na de indiening van de akte van appel.
2.3. Uit het voorgaande volgt dat het beroep is vervallen (artikel 270 lid 5 Rv). Wildlife dient de kosten van het hoger beroep aan de zijde van Palm Beach gevallen te dragen.
3. Beslissing
Het Hof:
- verstaat dat het hoger beroep is vervallen;
- draagt de griffier op de aantekening in het algemeen register door te halen;
- veroordeelt Wildlife in de kosten aan de zijde van Palm Beach in hoger beroep gevallen en tot op heden begroot op NAF. 5.100,= aan gemachtigdensalaris en NAF. 242,50 aan verschotten.
Aldus gewezen door mrs. J. de Boer, H.J. van Kooten en F.J. Lourens, leden van het Hof, en ter openbare terechtzitting van 9 november 2012 in Sint Maarten uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.