ECLI:NL:OGHACMB:2012:BY7630

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
14 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HLAR 56027/12
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake bouwvergunning voor kiosken door Pollo Tropical N.V.

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 14 december 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van Pollo Tropical N.V. tegen de beschikking van de minister van Integratie, Infrastructuur en Milieu. De zaak betreft de bouw van kiosken door Pollo Tropical in de wachtplaats bij het busstation te Oranjestad. De minister had eerder gelast dat Arubus N.V. de kiosken moest verwijderen, omdat deze in strijd zouden zijn met de aan de bouwvergunning verbonden voorschriften. Pollo Tropical betoogde dat de kiosken geen 'gebouw' zijn in de zin van de Bouw- en Woningverordening (Bwv) en dat er geen overtreding was gepleegd.

Het Hof heeft vastgesteld dat de kiosken niet voldoen aan de definitie van een gebouw zoals omschreven in de Bwv, aangezien ze niet toegankelijk zijn voor mensen en een beperkte omvang hebben. Het Hof oordeelde dat de minister ten onrechte had aangenomen dat voor het plaatsen van de kiosken een bouwvergunning vereist was. Het hoger beroep van Pollo Tropical werd gegrond verklaard, en de eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg werd vernietigd. De beschikking van de minister van 6 juli 2011 werd ook vernietigd, en de beschikking van 15 november 2007, die Arubus gelastte de kiosken te verwijderen, werd herroepen.

Daarnaast werd het verzoek van Pollo Tropical om schadevergoeding afgewezen, omdat de gestelde schade niet voldoende was onderbouwd. Het Hof veroordeelde de minister tot vergoeding van de proceskosten aan Pollo Tropical en gelastte de terugbetaling van het griffierecht. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke definities in de wetgeving omtrent bouwvergunningen en de rechten van betrokken partijen.

Uitspraak

HLAR 56027/12
Datum uitspraak: 14 december 2012
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Uitspraak op het hoger beroep van:
de naamloze vennootschap Pollo Tropical N.V., gevestigd in Aruba,
appellante,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van
8 februari 2012 in zaak Lar nr. 1915 van 2011 in het geding tussen:
appellante
en
de minister van Integratie, Infrastructuur en Milieu.
1. Procesverloop
Bij beschikking van 15 november 2007 heeft de directeur van de Dienst Openbare Werken Arubus N.V. (hierna: Arubus) namens de minister van Integratie, Infrastructuur en Milieu (hierna: de minister) op straffe van bestuursdwang gelast de in de wachtplaats bij het busstation te Oranjestad geplaatste kiosken te verwijderen.
Bij beschikking van 6 juli 2011 heeft de minister, opnieuw beslissend op het door appellante (hierna: Pollo Tropical) daartegen gemaakte bezwaar, dat ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 8 februari 2012 heeft het Gerecht het door Pollo Tropical daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft Pollo Tropical bij brief, bij het Gerecht ingekomen op 21 maart 2012, hoger beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 oktober 2012, waar Pollo Tropical, vertegenwoordigd door haar bestuurder [bestuurder], bijgestaan door mr. H.U. Thielman, advocaat, en de minister, vertegenwoordigd door
mr. P.D. Langerak, werkzaam in dienst van het land, zijn verschenen.
Voorts is daar Arubus, vertegenwoordigd door mr. E.R. Zeppenfeldt, advocaat, verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 1, eerste lid, van de Bouw- en Woningverordening (hierna: de Bwv), voor zover thans van belang, wordt in deze landsverordening onder gebouw verstaan:
- (…) elk alleenstaand vertrek of lokaal;
- elk een geheel uitmakend aantal vertrekken of lokalen;
- elk niet voor woning bestemd getimmerte met een inhoud van meer dan twintig m³;
- (…);
- (…);
voor zover een en ander met de grond verbonden is, aan de grond bevestigd is of op de grond rust;
(…).
Ingevolge 7, voor zover thans van belang, is het verboden een gebouw op te richten, voor een gedeelte te vernieuwen of als eigenaar te laten oprichten of voor een gedeelte te laten vernieuwen:
a. (…);
b. zonder bouwvergunning;
c. in afwijking van het bepaalde in de bouwvergunning, behoudens nadere goedkeuring.
Ingevolge artikel 64, eerste lid, is de minister, belast met publieke werken, bevoegd op kosten van de overtreders te doen wegnemen of te beletten, hetgeen in strijd met deze landsverordening of de vergunning wordt aangebracht of ondernomen, en te doen verrichten, hetgeen in strijd daarmede wordt nagelaten.
Ingevolge het tweede lid geschiedt, spoedeisende gevallen uitgezonderd, het in het eerste lid bepaalde niet, hangende de termijn van en de behandeling in beroep of voordat de belanghebbende schriftelijk gewaarschuwd en in de gelegenheid gesteld is zelf een en ander te verwijderen of te verrichten.
2.2. Aan de beschikking van 6 juli 2011 heeft de minister ten grondslag gelegd dat Arubus in strijd met de aan de aan haar verleende bouwvergunning verbonden voorschriften en de bij deze bouwvergunning behorende bouwtekeningen kiosken in de wachtplaats heeft laten plaatsen.
2.3. Pollo Tropical betoogt dat het Gerecht, door aan te nemen dat zij in afwijking van de aan de bouwvergunning verbonden voorschriften heeft gehandeld, heeft miskend dat de tussen de minister en Arubus gesloten vaststellingsovereenkomst van 16 mei 2006, waarin die voorschriften staan, geen deel van de aan Arubus voor het verbouwen van het busstation verleende bouwvergunning uitmaakt.
2.3.1. Dat betoog slaagt. Die overeenkomst is geen bouwvergunning. Zij is geen onderdeel daarvan en daarmee ook niet op een lijn te stellen. Voorts is in de aan Arubus verleende bouwvergunning niet bepaald dat de overeenkomst van deze vergunning deel uitmaakt, nog daargelaten of dat zou mogen.
Onder die omstandigheden heeft de minister ten onrechte overtreding van de in die overeenkomsten opgenomen voorschriften aan de last ten grondslag gelegd.
2.4. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Nu het Gerecht aan de overige door Pollo Tropical voorgedragen beroepsgronden niet is toegekomen, zal het Hof deze beoordelen, voorzover daartoe, na hetgeen hiervoor is overwogen, nog aanleiding bestaat.
2.5. Pollo Tropical betoogt dat de minister, door zich op het standpunt te stellen dat voor het plaatsen van de kiosken bouwvergunning vereist was en die niet is verleend, heeft miskend dat deze kiosken geen gebouw, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Bwv, zijn.
2.5.1. Dat betoog slaagt. Gebleken is dat de kiosken niet voor mensen toegankelijke bouwwerken zijn met een omvang van omstreeks 1 bij 1,5 meter. Zij kunnen daarom niet worden aangemerkt als lokaal of vertrek. Evenmin zijn zij een getimmerte met een inhoud van meer dan 20 m³, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Bwv. Reeds om deze reden zijn de kiosken geen gebouw, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Bwv, voor het oprichten of laten oprichten waarvan ingevolge artikel 7 van die verordening bouwvergunning vereist was. Ook anderszins is niet gebleken dat Arubus met het plaatsen van de kiosken een overtreding heeft begaan, waartegen met de gegeven last handhavend opgetreden kon worden.
2.6. Het beroep is reeds hierom gegrond. Hetgeen Pollo Tropical voor het overige heeft aangevoerd, behoeft geen bespreking. De beschikking van 6 juli 2011 dient te worden vernietigd. De beschikking van 15 november 2007 zal worden herroepen, voor zover Arubus daarbij is gelast om de geplaatste kiosken te verwijderen. Het Hof zal bepalen dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde beschikking.
2.7. Het verzoek van Pollo Tropical om vergoeding van de schade, als bedoeld in artikel 52, tweede lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak, dient te worden afgewezen, nu de gestelde schade niet met gegevens en bescheiden nader is toegelicht. Dit staat er overigens niet aan in de weg dat Pollo Tropical de minister onder nadere toelichting om schadevergoeding verzoekt. Tegen een beschikking op zodanig verzoek kunnen desgewenst rechtsmiddelen worden aangewend.
2.8. De minister dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden verwezen.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 8 februari 2012 in zaak Lar nr. 1915 van 2011;
III. verklaart het bij het Gerecht in die zaak tegen de beschikking van de minister van Integratie, Infrastructuur en Milieu van 6 juli 2011, kenmerk DOW11U-1821 ingestelde beroep gegrond;
IV. vernietigt die beschikking;
V. herroept de beschikking van 15 november 2007, voor zover Arubus N.V. daarbij op straffe van bestuursdwang is gelast om de in de wachtplaats bij het busstation te Oranjestad geplaatste kiosken te verwijderen;
VI. bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde beschikking;
VII. wijst het verzoek om schadevergoeding af;
VIII. veroordeelt de minister van Integratie, Infrastructuur en Milieu tot vergoeding aan Pollo Tropical N.V. van bij deze in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van Afl. 1400,00 (zegge: veertienhonderd gulden), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
IX. gelast dat het Land Aruba aan Pollo Tropical N.V. het door haar voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van Afl. 100,00 (zegge: honderd gulden) teruggeeft.
Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Isenia, griffier.
w.g. Drop
voorzitter w.g. Isenia
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 14 december 2012
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,