ECLI:NL:OGHACMB:2012:BX8340

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
18 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
H-49/2012
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewapende en gewelddadige overvallen gepleegd door verdachte in Sint Maarten

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 18 september 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die eerder was veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf voor drie gewapende en gewelddadige overvallen. De verdachte, geboren in 1991 op Saint Martin en woonachtig in Sint Maarten, heeft op verschillende data, waaronder 29 juli en 12 december 2011, samen met anderen gewapende overvallen gepleegd. Tijdens deze overvallen heeft hij slachtoffers bedreigd met vuurwapens en geweld gebruikt, waaronder het slaan van slachtoffers en het afnemen van geld en goederen. De verdachte heeft in zijn verdediging aangevoerd dat zijn betrokkenheid bij de overvallen niet betrouwbaar is, maar het Hof heeft deze argumenten verworpen. Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte schuldig is aan de tenlastegelegde feiten en heeft de gevangenisstraf verlaagd van zeven naar zes jaar, rekening houdend met zijn jonge leeftijd en het feit dat hij een first offender is. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde misdrijven en de impact op de slachtoffers, die niet alleen financieel, maar ook psychologisch zijn getroffen. Het Hof heeft de strafmaat gemotiveerd door te wijzen op de maatschappelijke onveiligheid die dergelijke misdrijven met zich meebrengen.

Uitspraak

Datum uitspraak: 18 september 2012
Zaaknummer: H-49/2012
Parketnummer: 100.00497/11
Tegenspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
S T R A F V O N N I S
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 11 april 2012 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [datum] 1991 op Saint Martin,
wonende in Sint Maarten,
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Sint Maarten.
Procesgang en onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 21 maart 2012, zoals daarvan blijkt uit het proces-verbaal van die terechtzitting, alsmede van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van
30 augustus 2012 in Sint Maarten.
Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de (waarnemend) procureur-generaal, mr. T.H.W. Stein, en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw,
mr. S.R. Bommel, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, met dien verstande dat de bewijsmiddelen in het vonnis opgenomen dienen te worden.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van de onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren met aftrek van voorarrest.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:…
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het Hof deels tot andere beslissingen komt.
Bewezenverklaring
Het Hof acht bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1, 2, 3 en 4 is ten laste gelegd, met dien verstande:
1.
dat hij, op 29 juli 2011, te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft wegge¬nomen een doos inhoudende een hoeveelheid geld (ongeveer 18.038 US dollar), toebeho¬rende aan Klass Electronics, , welke diefstal werd voorafgegaan en van geweld en bedreiging met geweld tegen [x] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken;
welk geweld en welke bedreiging met geweld hebben bestaan in/uit het:
- tonen en voorhouden van een vuurwapen, aan die [x], en
- richten van een vuurwapen, op die [x] en
- het duwen en trekken aan die doos welke [x] vasthield en (daarbij) roepen “give me the bag, give me the bag”
2.
dat hij, op 12 december 2011, te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft wegge¬nomen een auto (Kia Picanto,[ ] R 2550), toebeho¬rende aan [I] Car Rentals, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [y], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzeke¬ren,
welk geweld en welke bedreiging met geweld hebben bestaan in/uit het:
- meermalen slaan met een vuurwapen op het hoofd van die[y] en
- uit de auto trekken van die [y] en
- slaan en schoppen van die [y] en
- lossen van een schot met dat vuurwapen;
3.
dat hij, op 12 december 2011, te Sint Maarten, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft wegge¬nomen een hoeveelheid geld (omgerekend ongeveer 500 USD van Sol en Naf 50,00 van een klant), toebeho¬rende aan Sol gaststation of een onbekende klant, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [z] en een onbekend gebleven klant, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
welk geweld en welke bedreiging met geweld hebben bestaan in/uit het:
- zetten van een vuurwapen tegen de borst van die [z] en
- (daarbij) op dreigende toon zeggen: “give me the money” en
- (vervolgens) slaan tegen de hand(en) van die [z], zodat het geld op de grond viel en
- (blijven) richten van het vuurwapen op die [z] en op de onbekende klant;
4.
dat hij, op 18 december 2011, te Sint Maarten, [p] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
immers heeft verdachte, daar en toen, opzettelijk die [[p] dreigend de woorden toegevoegd: “ Do you know what is a 37 caliber? If your daughter was not in the car with you, I would blow your fucking head off. I know where you lives”, althans woorden van soortgelijke dreigende strekking en/of betekenis.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd (cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
Voor zover de hieronder opgenomen bewijsmiddelen worden aangeduid als ‘bijlage’, betreft het de doorgenummerde bijlagen bij het eindproces-verbaal (met nummer: PV/248/JK), in de wettelijke vorm opgemaakt en op 10 maart 2012 gesloten en ondertekend door [ ], brigadier bij het Korps Politie Sint Maarten.
Met betrekking tot feit 1
1. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 29 juli 2011 gesloten en getekend door [ ], buitengewoon agent van politie bij het Korps Politie Sint Maarten (pv. nummer: 072920111000A, bijlage 1.1), voor zover inhoudende, als verklaring van de aangever [x], -zakelijk weergegeven-:
Ik werk bij Klass Electronics op de [adres] Philipsburg, Sint Maarten. Op 29 juli 2011 moest ik de opbrengst van de vorige dag naar de RBTT bank brengen. Omstreeks 8:50 uur kwam ik samen met mijn collega‘s aan op de parkeerplaats naast Klass Electronics. De buschauffeur bleef in de bus zitten en ik ben samen met mijn collega‘s uit de bus gestapt en in de richting van de ingang gelopen. Ik zag de man die ik dader 1 noem in het steegje staan dat vanaf de parkeerplaats naar de Frontstreet leidt. Ik zag dat dader 1 met een van de bouwvakkers die bij onze zaak aan het werk zijn stond te praten. Ik heb vervolgens de geldzakken van de RBTT bank in een doos gestopt en ik ben naar buiten gelopen in de richting van onze bus. Toen ik dichterbij dader 1 kwam, zag ik dat hij van mij wegliep. Hij liep over de parkeerplaats in de richting van de Backstreet. Op het moment dat ik vanuit het steegje op de parkeerplaats kwam zag ik de man die ik dader 2 noem vanaf de rechterkant op mij af komen. Ik zag dat hij het zwart/bruine wapen dat hij in zijn rechterhand had op mij richtte. 1k hoorde de man tegen mij zeggen: “give me the bag, give me the bag”. De man kwam dichtbij mij en er werd over en weer geduwd en getrokken. Ik voelde en zag dat de man de doos die ik vast had uit mijn handen rukte. Ik zag dader 1 halverwege de steeg lijdende naar de Backstreet stoppen en omdraaien. Dader 2 begon in de richting van dader 1 te rennen. Beiden renden vervolgens door de steeg naar de Backstreet.
Ik heb van mijn baas gehoord dat er een geldbedrag van US$ 18.038 in de geldzakken zat.
2. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 29 juli 2011 gesloten en getekend door [ ], brigadier bij het Korps Politie Sint Maarten (pv. nummer: 07292011.11.00G, bijlage 1.3), voor zover inhoudende, als verklaring van getuige L], -zakelijk weergegeven-:
I have been working for Klass Electronics as a truck driver. This morning I drove into the parking lot. [x]; opm. Hof) got out and told me to wait for him. I saw a man dressed in a polo shirt with horizontal stripes. He was standing and watching the guys who are doing construction on the building. I know now that there was another guy standing in a corner on the left side of the building. About fifteen minutes later [x] came back out. I saw the guy with the striped shirt walking down to the entrance of the parking lot. Then I saw the other guy walking towards [x] with a gun in his hand. It was a long gun. I saw him shouting to [x]. Then he took the box with the money from [x]. At that time the guy with the striped shirt started walking back towards the parking lot. Then they both ran to the entrance and turned right on the Backstreet. I followed them and saw them get in a gray car.
3. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 2 augustus 2011 gesloten en getekend door [ ], agent bij het Korps Politie Sint Maarten (pv. nummer: 0729201110.05Get, bijlage 1.5), voor zover inhoudende, als verklaring van [getuige J], afgelegd op 29 juli 2011, -zakelijk weergegeven-:
I am a contractor from the Klass Electronics store. This morning a young man came by me. He approached me and asked me if I needed any help with my work. I then told him that I didn’t need any help. I saw that he stayed lingering around looking at us. About 15 minutes after and the man still lurking around, I saw that the boss of Klass Electronics was coming from the Backstreet road with his workers. The second time I got out of the business with my tools, I saw that a worker was being attacked and held up by a Rasta man with a long gun. In shock, I saw that the Rasta man was wrestling with the worker. I saw that the Rasta man pulled away something from the worker and began to run to the entrance of the parking lot leading to the Backstreet. Then the first man from earlier, appeared from behind a wall and ran with the Rasta man.
4. Een proces-verbaal van fotoconfrontatie, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 22 december 2011 gesloten en getekend door [ ], brigadier bij het Korps Politie Sint Maarten (pv. nummer: 12222011.09.30CON, bijlage 1.6), voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
als verklaring van [getuige J]:
The man on picture number three looks familiar to me. He is the one that was standing outside Klass Electronics and asking me if had a job for him. He together with the other man with the gun
had run away after the robbery.
als verklaring relaas van de verbalisant:
Op foto nummer 3 staat afgebeeld [AL].
5. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 30 juli 2011 gesloten en getekend door [ ], agent bij het Korps Politie Sint Maarten (pv. nummer: 073020111045Get, bijlage 1.7), voor zover inhoudende, als verklaring van [getuige A], afgelegd op 30 juli 2011, -zakelijk weergegeven-:
I have a provision stand located right across Afoo supermarket on the Cannegieterstreet. Yesterday morning. I noticed a grey small car with license plate number [ ].This car drove in the alley three times. The third time, this particular car came in faster. I then looked at the car and saw that it went in the back of the alley. Then I saw that the car turned around and parked its front facing the entrance where I was standing. A couple of seconds after that, I saw a rasta man went into this car very quickly. Immediately this car drove off on a high speed.
6. Het eindproces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 10 maart 2012 gesloten en ondertekend door [ ], brigadier bij het Korps Politie Sint Maarten, (met nummer: PV/248/JK), voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, -zakelijk weergegeven-:
Op vrijdag 29 juli werd een bericht van het Regionaal Informatie Coördinatie en Expertise Centrum (RJEC) ontvangen dat het kenteken nummer P-4791 staat geregistreerd onder een grijze Suzuki Liana ten name van [T].
7. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 13 december 2011 gesloten en getekend door [ ] en [ ], beiden brigadier bij het Korps Politie Sint Maarten (pv. nummer: 12132011.15.30VER, bijlage 5.7), voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
als verklaring van de medeverdachte[T]:
I know about the robbery that took place in town in the morning of Friday 29 July 2011. I was by the Afoo that morning next to the container and waiting. I was the driver of the vehicle. [Verdachte] called me the night before and told me that he and [AL] had to do something in town the next day. [verdachte] told me that same night on the phone that they were going to rob Klass Electronics and that they needed me as the driver. The next morning I went to pick them up. We went to town. I parked up in the dirt road across from Afoo, next to the provision stand. I stayed there and waited for both of them. They came back together. I know that [verdachte] had the gun for sure and I think that [AL] had the money. The gun that [verdachte] had was a sawed off rifle with brown handle. After both men stepped in the car, I drove out in a hurry. We count the money and it was around US$ 16.000,- in cash and a bunch of checks.
You showed me a picture of a man. That is [AL] that did the robbery by Klass Electronics. You showed a picture on a copy of a passport. That is [verdachte]. He had the gun that day of the robbery by Klass Electronics.
als relaas van de verbalisanten:
Aan de verdachte is een foto getoond van de verdachte [AL].
Aan de verdachte is getoond een kopie van een paspoort van de man genaamd [verdachte] .
Met betrekking tot feit 2 en feit 3:
8. Een proces-verbaal van bevinding, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 12 december 2011 gesloten en getekend door [ ], agent bij het Korps Politie Sint Maarten (bijlage 2.2.), voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, -zakelijk weergegeven-:
Op maandag 12 december 2011, omstreeks 21.45 uur, bevond ik mij in uniform gekleed op patrouille op de Marigot Hill Road op Sint Maarten. Ik zag een jongeman naar mij toe komen. Hij schreeuwde dat hij aangevallen was door ene “[verdachte]”. De jongeman legde uit dat hij bij het benzinestation Sol Gas Station Sint Peters stond en dat [verdachte], die in een witte Kia Rio met een zwarte streep over het dak reed, naar hem toe stapte met een andere jongen en met een vuistvuurwapen op zijn hoofd had geslagen. Ik vroeg de jongeman steeds naar zijn gegevens, maar hij was hyper en bleef schreeuwen dat hij weet wie het heeft gedaan. Op hoofdkantoor werd mij een foto getoond. Ik herkende de jongeman als: [y].
9. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 14 december 2011 gesloten en getekend door [ ], inspecteur bij het Korps Politie Sint Maarten (pv. nummer: 121420111000, bijlage 2.8), voor zover inhoudende, als verklaring van [y] -zakelijk weergegeven-:
Op maandag 12 december 2011, omstreeks 17.00 uur, zat ik links voorin de door mijn broer genaamd [verdachte] gehuurde blauwe Kia Picanto met [ ] als kenteken. Om ongeveer 17.30 uur zag ik dat [verdachte] samen met twee andere, mij als [ ] en [ ] bekende mannen bij de auto kwam. [verdachte] kwam bij mij en begon mij te beschuldigen dat ik een snitch ben. Opeens gaf [verdachte] mij een slag tegen mijn hoofd met het vuistvuurwapen dat hij in zijn hand had. Hierna werd ik door hem uit de auto getrokken en werd weer door hem met het wapen geslagen. Ik ondervond hierdoor veel pijn en mijn hoofd en gezicht begonnen te bloeden. Het wapen is een 38 spin barrel, zwartkleurig. Hierna werd ik door [ ] en [ ] geslagen en geschopt. Hierna stapten zij alledrie in de huurauto en reden weg. [verdachte] loste toen een schot in de lucht.
10. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 13 december 2011 gesloten en getekend door[ ], brigadier bij het Korps Politie Sint Maarten (pv. nummer: 13122011.11.50Get, bijlage 2.6), voor zover inhoudende, als verklaring van [H], -zakelijk weergegeven-:
I am the owner of car rental agency [I] Car Rentals. On 25th November 2011 I rented a Kia Picanto with plate number [ ]to the man named [ ] .
11. Een proces-verbaal van verbinding, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 12 december 2011 gesloten en getekend door [ ] en [ ], respectievelijk brigadier eerste klasse en agent bij het Korps Politie Sint Maarten (bijlage 2.3), voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisanten -zakelijk weergegeven-:
Op maandag 12 december 2011, omstreeks 20.00 uur, werden wij door de centrale meldkamer gedirigeerd naar Marigot Hill Road nummer 34 in verband met een diefstal met geweldpleging. Onderweg naar voornoemd adres werden wij door de centrale meldkamer gedirigeerd naar Coralita Road ter hoogte van perceel nummer 4, in verband met een personenauto, die vermoedelijk betrokken was bij voormelde diefstal met geweldpleging. Daar aangekomen troffen wij een onbemande blauwe auto van het merk Kia, model Picanto, met kenteken[ ] aan die schuin in de straat stond met de deur aan de bestuurderszijde open. Wij constateerden dat er een hoeveelheid geld in de bedoelde personenauto was. Na de schriftelijke bescheiden van de bedoelde personenauto te hebben gecontroleerd, constateerden wij dat de personenauto gehuurd werd door [verdachte].
Met betrekking tot feit 3 voorts:
12. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 17 december 2011 gesloten en getekend door [ ], brigadier bij het Korps Politie Sint Maarten (pv. nummer: 12172011.0900ANG, bijlage 3.1), voor zover inhoudende, als verklaring van de aangever [z] -zakelijk weergegeven-:
On Monday the 12th December 2011, around 19.40, I was a victim of a robbery. I am working as the gas attendant of the Sol gas station on Bush Road. I was busy at the pomp and I saw a blue Kia Picanto with number [ ] coming on the parking lot. It made a turn and stopped a couple of meters further from the pomp that I was busy at. As soon as the car stopped, a man jumped out from the driver side. He ran towards me and pressed a small gun against my chest. He said to me “give me the money “. I had the money in my hand and the man just hit my hands for the money to drop. The man picked up the money from the ground, but kept on waving with his gun direction me and a customer that was by the pump. The fifty guilders that the customer had in his hand was also taken from him. The money that was taken away, was around 500 $ in guilders and dollars.
13. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 17 december 2011 gesloten en getekend door [ ], brigadier bij het Korps Politie Sint Maarten (pv. nummer: 12172011.13.00ANG, bijlage 3.2), voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
als relaas van de verbalisant:
Op maandag 12 december 2011 omstreeks 19:40 uur vond een diefstal met geweld plaats bij Sol benzine station aan de Bush Road. Kort na de beroving werd op de Coralita Road een onbeheerde blauwe Kia Picanto, gekentekend [ ] aangetroffen. Deze werd aan de aangever [z] getoond.
als verklaring van de aangever [z]:
That is the same car that was used in the armed robbery by the gas station.
14. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 16 december 2011 gesloten en getekend door [ ], inspecteur brigadier bij het Korps Politie Sint Maarten (pv. nummer: 12162011.12.10VER, bijlage 5.9), voor zover inhoudende, als verklaring van [T] -zakelijk weergegeven-:
About the robbery on the Sol gas station I know that [verdachte] is the one that committed this
robbery. This robbery was committed Monday gone. [verdachte] is the same person that I talked about in my first statement.
The night when this robbery happened, [verdachte] called me to pick him up to bring him to the police
station to pick up the white Kia Rio with black trunk, black roof and black hood. This car is
under my name. It was taken the same night by the police when the man Ridy called them about
the incident where they took the blue Picanto from him. This Picanto was later used in the
robbery at Sol Gas station that night.
I picked up [verdachte] that night after nine. While in the car [verdachte] began to tell me if see how hot Babylon (police) is on the road. He told me that they were looking for him. He told me that earlier he went to look for [ ], also called [ ], because [ ] snitched on him. [verdachte] then told me that he found [ ] in his Picanto and he gun butted [ ] and even went to kill [ ], but he missed when he fired the shot. I know that [verdachte] has a 380 revolver. He then told me that he took the car from [ ] and went and rob the Sol gas station that same night. [verdachte] also told me that the Picanto stopped with him on the Coralita road and that he left it there.
Met betrekking tot feit 4:
15. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 19 december 2011 gesloten en getekend door [ ], inspecteur bij het Korps Politie Sint Maarten (pv. nummer: 121920111300, bijlage 4.1), voor zover inhoudende, als verklaring van de aangeefster[P] -zakelijk weergegeven-:
I am the mother of [D]. My son is presently locked up as a suspect in a robbery. I heard that the car from the friend of my son named [verdachte] was involved in a robbery. The car that [verdachte] drove is on my sons name. I wanted to find out what was going on with my son and why he was locked up so I went to the house of this boy [verdachte] yesterday, December 18th, 2011. I was with my seven year old daughter. I met [verdachte]s mother. While there [verdachte] came driving a small black car. When [verdachte] came out of the car I asked him to tell me what is going on with my son. He did not tell me anything. I then told him if he would not tell me what is going on I would go to the police. [verdachte] got angry and told me the following: “Do you know what is a 37 caliber. If your daughter was not in the car with you, I would of blow your fucking head off . I know where you lives.” When [verdachte] said this I got scared. My daughter who was in the car with me also got scared. I fear for my life.
16. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 8 maart 2012 gesloten en getekend door D.L. Baptist, inspecteur bij het Korps Politie Sint Maarten (pv. nummer: 03082012.09.00G, bijlage 4.3), voor zover inhoudende, als verklaring van de[ ] -zakelijk weergegeven-:
I am the mother of [verdachte] . I can remember a lady coming by my house to tell that because of my son [verdachte] her son was locked up. [verdachte] was there and he and she got in an argument. I hear [verdachte] telling her that he will shoot her.
17. De verklaring van de verdachte, op 21 maart 2012 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg, zoals blijkt uit het proces-verbaal van die terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Het klopt dat ik op 18 december 2011 mevrouw P] heb bedreigd.
Bewijsoverwegingen
Door de raadsvrouw van de verdachte is aangevoerd, kort weergegeven, dat de betrokkenheid van de verdachte bij de onder feit 1 tenlastegelegde overval uitsluitend volgt uit de verklaringen van de medeverdachte [ ], welke niet betrouwbaar zijn.
Het Hof verwerpt dit verweer en overweegt daartoe het volgende. De als bewijsmiddel 7 gebezigde verklaring van [ ] vindt in voldoende mate steun in de overige bewijsmiddelen. De door [ ] beschreven uitvoering van de overval komt immers op belangrijke punten overeen met de verklaring van de aangever (bewijsmiddel 1) en met de verklaringen van de getuigen [ ] (bewijsmiddelen 2, 3 en 5). Voorts is de vluchtauto van [ ] herkend door de getuige [ ] (bewijsmiddel 5) en heeft de getuige [ ] de door [ T] genoemde mededader [AL] p een foto herkend (bewijsmiddel 4). Voorts heeft [T] ook ten aanzien van zichzelf belastend verklaard, hetgeen bijdraagt aan de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid van zijn verklaring. Bovendien is [T] op 23 januari 2012 als getuige door de rechter-commissaris gehoord, in aanwezigheid van de raadsvrouw van de verdachte, en heeft hij op vragen van de raadsvrouw geantwoord met de verdachte en [AL] bij de overval betrokken te zijn geweest en ook overigens bij zijn (als bewijsmiddel 7 gebezigde) verklaring te blijven. In het licht van het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht het Hof de verklaring van [T] daarom betrouwbaar. Daaraan kan niet afdoen dat de verdachte niet specifiek is herkend. De omschrijving ‘rasta man’ is weinig bepaald en hoeft de verdachte in zoverre niet uit te sluiten dat de verdachte als haardracht, zoals het Hof ter terechtzitting in hoger beroep heeft waargenomen, korte gevlochten staartjes heeft.
Ten aanzien van de bewezenverklaring van de feiten 2 en 3 overweegt het Hof dat de verklaringen van aangevers [y] en [z] en de verklaring van[T] in voldoende mate steun vinden in het proces-verbaal van bevinding waarin omschreven wordt hoe verbalisant [ ] aangever [y] aantreft op 12 december 2011 (bewijsmiddel 8) en het proces-verbaal van bevinding met betrekking tot het aantreffen van de blauwe Kia Picanto op de Coralita Road (bewijsmiddel 11).
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
1.
diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
strafbaar gesteld bij artikelen 325 jo. 324 jo. 323 van het Wetboek van Strafrecht;
2.
diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en zijn mededader hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
strafbaar gesteld bij artikelen 325 jo. 324 jo. 323 van het Wetboek van Strafrecht;
3.
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
strafbaar gesteld bij artikelen 325 jo. 323 van het Wetboek van Strafrecht;
4.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht,
strafbaar gesteld bij artikel 298 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht.
Het bewezenverklaarde is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de straf heeft het Hof rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, met de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en met de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken. Meer in het bijzonder heeft het Hof daarbij het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan drie gewapende en gewelddadige overvallen. Hij heeft samen met anderen een medewerker van een electronica-winkel op de openbare weg van een doos met een aanzienlijk geldbedrag beroofd, onder bedreiging van een vuurwapen en gepaard gaande met een worsteling. Voorts heeft de verdachte samen met anderen een jongeman uit een auto getrokken en is hij in die auto weggereden. Daarbij werd die jongeman door de verdachte en zijn mededaders geslagen en geschopt. De verdachte heeft de jongeman met een vuurwapen tot bloedens toe op zijn hoofd geslagen. Bij het wegrijden met de auto heeft hij een schot uit een vuurwapen gelost. Korte tijd hierna heeft de verdachte met bedoelde auto een medewerker van een pompstation en een klant onder bedreiging met een vuurwapen beroofd. Hij heeft de medewerker bovendien op zijn handen geslagen.
Misdrijven als de onderhavige treffen de slachtoffers niet alleen nadelig in hun vermogen, maar de ervaring leert dat slachtoffers bovendien een langdurige en ernstige psychische nasleep van het gebeurde kunnen ondervinden. Daarbij komt dat dit soort misdrijven als de onderhavige gevoelens van onrust en onveiligheid in de maatschappij oproepen. Op deze bijzonder ernstige feiten dient te worden gereageerd met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De verdachte heeft voorts de moeder van een van zijn medeverdachten, in aanwezigheid van haar zevenjarige dochter, bedreigd om haar hoofd eraf te schieten. Aldus heeft hij zich niet alleen bijzonder respectloos gedragen, maar heeft hij bovendien in het geheel geen oog gehad voor de gevoelens van angst die zijn woorden op de moeder en haar dochter konden hebben.
In het voordeel van de verdachte wordt rekening gehouden met de jonge leeftijd van de verdachte en het feit dat hij niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld.
Op grond van het voorgaande acht het Hof na te melden straf passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 31, 49 en 59 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het Hof:
vernietigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 11 april 2012 en doet opnieuw recht als volgt;
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen verklaard, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder 1, 2, 3 en 4 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (ZES) JAREN;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mrs. H.J. van Kooten, E.M. van der Bunt en S. Verheijen, leden van het Hof, en in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 18 september 2012.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.