ECLI:NL:OGHACMB:2012:BX7047
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen bevel gevangenhouding en beoordeling van voorlopige hechtenis
In deze zaak betreft het een beroep tegen een bevel tot gevangenhouding van de verdachte, die op 6 september 2012 door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is behandeld. De verdediging heeft formele bezwaren aangevoerd tegen het bevel tot bewaring, maar het Hof oordeelt dat opheffing van de voorlopige hechtenis op die grond in strijd zou komen met het gesloten stelsel van rechtsmiddelen. De verdachte, geboren in 1982 in Curaçao en thans gedetineerd, had eerder een verzoek ingediend om zijn voorlopige hechtenis op te heffen, nadat de rechter-commissaris op 22 augustus 2012 had besloten tot gevangenhouding voor een termijn van zestig dagen.
Tijdens de behandeling in raadkamer op 4 september 2012 zijn de verdachte, zijn raadsman mr. M.A. van den Berg, en de (waarnemend) procureur-generaal mr. S.B.P. Lukowski verschenen. Het Hof heeft kennisgenomen van de argumenten van de verdediging en de procureur-generaal. De verdediging stelde dat de betekening van het bevel gevangenhouding na de tenuitvoerlegging had plaatsgevonden, maar het Hof concludeert dat deze normschending geen grond vormt voor opheffing van de voorlopige hechtenis, aangezien de verdachte niet in zijn belangen is geschaad.
Het Hof heeft vastgesteld dat er ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte en dat er gronden zijn voor de voorlopige hechtenis. De beslissing van de rechter-commissaris wordt bevestigd, en het beroep van de verdachte wordt afgewezen. De beschikking is gegeven op 6 september 2012, waarbij het Hof de rechtmatigheid van de bewaring bevestigt en de ernst van de feiten en het herhalingsgevaar in overweging neemt.