ECLI:NL:OGHACMB:2012:BX7036
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- P.M. Isenia
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van het Gerecht in hoger beroep inzake verzoek om erfpacht van perceel
In deze Arubaanse zaak is het verzoek van de appellant om een perceel in erfpacht uit te geven aan de orde. Het Gerecht in eerste aanleg van Aruba had zich onbevoegd verklaard om van het beroep kennis te nemen. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt echter dat het Gerecht wel degelijk bevoegd was, omdat het uitblijven van een beschikking op een bezwaarschrift gelijkgesteld kan worden met een beschikking. De Raad stelt vast dat de Minister de appellant niet-ontvankelijk had moeten verklaren, aangezien de weigering om een perceel in erfpacht uit te geven geen beschikking is in de zin van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar).
De uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 31 augustus 2011 wordt vernietigd. Het Hof verklaart het hoger beroep gegrond en vernietigt de desbetreffende beschikking. Tevens wordt het bezwaar van de appellant tegen het uitblijven van een beschikking op zijn verzoek van 20 oktober 2010 niet-ontvankelijk verklaard. De Raad oordeelt dat de Minister van Integratie, Infrastructuur en Milieu de proceskosten van de appellant moet vergoeden, tot een bedrag van Afl. 350,00, en dat het Land Aruba het door de appellant betaalde griffierecht van Afl. 100,00 moet teruggeven.
De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 28 mei 2012. De zaak betreft een belangrijk precedent voor de bevoegdheid van het Gerecht in gevallen van uitblijven van beschikkingen op bezwaarschriften.