ECLI:NL:OGHACMB:2012:BX6128

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
28 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HLAR 49097/11
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring bezwaar door bestuurscollege in zaak over erfpacht en privaatrechtelijke rechtshandeling

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Bonaire Harborside N.V. tegen de niet-ontvankelijkverklaring van hun bezwaar door het bestuurscollege van Bonaire. De uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, is gedaan op 28 mei 2012. Het bestuurscollege had op 18 mei 2009 een beschikking gegeven waarin het bezwaar van Bonaire Harborside tegen een eerdere beslissing niet-ontvankelijk werd verklaard. De kern van de zaak draait om de vraag of de brief van 10 juni 2008, waarin het bestuurscollege Terramar N.V. mededeelt dat zij bereid is om een perceel in erfpacht uit te geven, een rechtshandeling naar burgerlijk recht betreft. Het Hof oordeelt dat deze brief inderdaad een voorbereiding van een rechtshandeling is en dat hiertegen geen bezwaar kan worden gemaakt volgens artikel 7, tweede lid, aanhef en onder f, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Het Hof vernietigt de eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg, dat zich onbevoegd had verklaard om kennis te nemen van het beroep van Bonaire Harborside. Het Hof concludeert dat het Gerecht ten onrechte heeft geoordeeld en dat het hoger beroep gegrond is. De uitspraak van het Gerecht wordt vernietigd en het beroep van Bonaire Harborside wordt ongegrond verklaard. De beslissing van het bestuurscollege blijft daarmee in stand.

Uitspraak

HLAR 49097/11
Datum uitspraak: 28 mei 2012
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Uitspraak op het hoger beroep van:
de naamloze vennootschap Bonaire Harborside N.V., gevestigd te Bonaire,
appellante,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 1 maart 2011 in zaak nr. Lar 2009/6 in het geding tussen:
appellante
en
het bestuurscollege van het openbaar lichaam Bonaire als rechtsopvolger van het bestuurscollege van het Eilandgebied Bonaire (hierna: het bestuurscollege).
1. Procesverloop
Bij brief van 10 juni 2008 heeft het bestuurscollege Terramar N.V. (hierna: Terramar) medegedeeld, als hierna onder 2.5 vermeld.
Bij beschikking van 18 mei 2009 heeft het bestuurscollege het daartegen door appellante (hierna: Bonaire Harborside) gemaakte bezwaar
niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 1 maart 2011 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Gerecht) zich onbevoegd verklaard kennis te nemen van het daartegen door Bonaire Harborside ingestelde beroep.
Tegen deze uitspraak heeft Bonaire Harborside bij brief, bij het Gerecht ingekomen op 11 april 2011, hoger beroep bij het Hof ingesteld.
Het bestuurscollege heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 april 2012 waar Bonaire Harborside, vertegenwoordigd door T. Manoth, en het bestuurscollege, vertegenwoordigd door mr. P.J. de Graaf, werkzaam bij het openbaar lichaam, zijn verschenen.
2.1. Overwegingen
2.1 Ambtshalve overweegt het Hof het volgende.
2.2 Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: de Lar), zoals deze gold ten tijde van belang en voor zover thans van belang, wordt onder een beschikking verstaan: een schriftelijk besluit van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling die niet van algemene strekking is.
Ingevolge artikel 7, eerste lid, kunnen natuurlijke personen of rechtspersonen, die door een beschikking rechtstreeks in hun belang zijn getroffen, daartegen beroep instellen bij het Gerecht.
Ingevolge artikel 7, tweede lid, aanhef en onder f, staat geen beroep open tegen een beschikking ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling, met uitzondering van een beschikking houdende weigering van de goedkeuring van zodanige beschikking.
Ingevolge artikel 55 zijn de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, bevoegd een bezwaarschrift in te dienen bij het bestuursorgaan dat de beschikking heeft gegeven, en het beroep, bedoeld in artikel 7, eerste lid, pas in te stellen, nadat het bestuursorgaan op het bezwaarschrift heeft beslist.
2.3 De beschikking van 18 mei 2009, gegeven op het door Bonaire Harborside gemaakte bezwaar, strekt tot de niet-ontvankelijkverklaring daarvan. Dat is het rechtsgevolg, waarop zij is gericht. Daartegen stond ingevolge artikel 7, eerste lid, van de Lar beroep open. Het Gerecht heeft zich dan ook ten onrechte onbevoegd verklaard van het ingestelde beroep kennis te nemen.
2.4 Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen het Gerecht had behoren te doen, overweegt het Hof als volgt.
2.5 De brief van 10 juni 2008 luidt als volgt: "Wij gaan in principe akkoord met de ontwikkeling van betreffende locatie tot een appartementenhotel met restaurant en winkels op de begane grond met behoud en restauratie van het monument Kas di Van der Dijs. Wij zijn met u overeengekomen wat betreft de voorwaarden waaronder ontwikkeling plaats zal kunnen vinden en bieden u bij deze de "Development Agreement between the Island Territory of Bonaire and Terramar N.V." aan. (…) Wanneer u uw definitieve ontwerp heeft ingediend en deze is getoetst en goedgekeurd door ons College, in samenwerking met betrokken instanties, en de Eilandsraad, en naar tevredenheid een nieuwe locatie is gevonden voor de Skol di Musika, kunnen wij overgaan tot uitgifte in erfpacht van het erfpachtperceel 4-D-2213, met uitzondering van het gebouw Kas di van der Dijs en de grond waar het gebouw op staat welke in eigendom blijven van het Eilandgebied Bonaire."
2.6 Aldus heeft het bestuurscollege Terramar te kennen gegeven dat het bereid is om vorenbedoeld perceel onder omstandigheden aan haar in erfpacht uit te geven. De brief van 10 juni 2008 behelst aldus de voorbereiding van een rechtshandeling naar burgerlijk recht, waartegen ingevolge artikel 7, tweede lid, aanhef en onder f, gelezen in verbinding met artikel 55, van de Lar, geen bezwaar kon worden gemaakt. Het bestuurscollege heeft het door Bonaire Harborside daartegen gemaakte bezwaar bij de beschikking van 18 mei 2009 dan ook terecht
niet-ontvankelijk verklaard.
2.7 Het beroep is ongegrond.
2.8 Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 1 maart 2011 in zaak nr. Lar 2009/6;
III. verklaart het bij het Gerecht in die zaak tegen de beschikking van het bestuurscollege van 18 mei 2009 ingestelde beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Isenia, griffier.
w.g. Drop
voorzitter
w.g. Isenia
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 28 mei 2012
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,