ECLI:NL:OGHACMB:2012:BX0418
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Intrekking verblijfsvergunning in het kader van de Brooks-Tower regeling
In deze zaak gaat het om de intrekking van een verblijfsvergunning die eerder was verleend aan een vreemdeling op basis van de Brooks-Tower regeling. De Minister van Justitie heeft betoogd dat de vreemdeling niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning omdat zijn verwijdering was gelast op 17 juni 2003. De Minister stelt dat het verlenen van een vergunning in strijd zou zijn met de verwijderingsbeschikking van de gezaghebber, wat zou afbreuk doen aan de rechtsorde. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft deze redenering gevolgd en geoordeeld dat de intrekking van de verblijfsvergunning terecht was. De zaak is behandeld in hoger beroep, waarbij de Minister zijn standpunt heeft toegelicht en de vreemdeling zich heeft verdedigd met bijstand van zijn advocaten. Het Hof heeft vastgesteld dat de vreemdeling niet voldoet aan de voorwaarden van de BT-regeling, omdat hij niet sinds 1 december 2001 onafgebroken in de Nederlandse Antillen heeft verbleven. Het Hof heeft de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg vernietigd en het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De beslissing van het Hof is genomen in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 28 mei 2012.