ECLI:NL:OGHACMB:2012:BX0145
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Intrekking van vergunning tot tijdelijk verblijf en de bescherming van familie- en gezinsleven onder het EVRM
In deze zaak gaat het om de intrekking van een vergunning tot tijdelijk verblijf van een vreemdeling door de Minister van Justitie. De Minister had eerder een verblijfvergunning verleend op basis van de Brooks Tower regeling, wat impliceert dat er een mogelijkheid tot bescherming van het familie- of gezinsleven bestaat. Het Hof oordeelt dat bij de intrekking van de vergunning een zorgvuldige belangenafweging had moeten plaatsvinden, waarbij het recht op respect voor het familie- of gezinsleven, zoals vastgelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), in acht genomen had moeten worden. De Minister had moeten onderzoeken of er een positieve verplichting voortvloeit uit dit recht om in het verblijf van de vreemdeling te berusten. Dit is niet gebeurd, waardoor het Hof de eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg bevestigt, die de intrekking van de vergunning had vernietigd. Het Hof concludeert dat de Minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de vergunning tot tijdelijk verblijf werd ingetrokken, en dat de belangen van de vreemdeling niet adequaat zijn afgewogen. De uitspraak benadrukt het belang van het EVRM in het vreemdelingenrecht en de noodzaak voor de overheid om zorgvuldig om te gaan met de rechten van vreemdelingen die langdurig in het land verblijven.