ECLI:NL:OGHACMB:2012:BW8619
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.M. van der Bunt
- J.P. de Haan
- J.P.C. van Dam van Isselt
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van het Land Curaçao voor letselschade opgelopen in gevangenis tijdens sportactiviteit
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van het Land Curaçao voor letselschade die een gedetineerde heeft opgelopen tijdens het voetballen op de binnenplaats van een gevangenis. De eiser, die in de gevangenis een dwarslaesie opliep, stelt het Land aansprakelijk voor de schade. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba heeft op 12 juni 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij het eerdere vonnis van het Gerecht in eerste aanleg werd bevestigd.
De procedure begon met een vonnis van het GEA op 6 juni 2011, waartegen de eiser in hoger beroep ging. De eiser voerde aan dat het voetbalveld niet voldeed aan de eisen en dat de gevangenisdirectie verantwoordelijk was voor de veiligheid. Het Hof oordeelde echter dat het ongeval niet op een officieel voetbalveld had plaatsgevonden, maar op de binnenplaats van het cellenblok. De gedetineerden hadden zelf de keuze gemaakt om daar te voetballen, en de gevangenisdirectie had niet de verplichting om de binnenplaats als een veilig voetbalveld in te richten.
Het Hof verwierp de grieven van de eiser, waaronder de stelling dat de overheid aansprakelijk was vanwege het ontbreken van een rapport over het ongeval. De feiten, zoals vastgesteld door het GEA, gaven aan dat de eiser was uitgegleden op water en ijs dat op de vloer lag, en niet op een gebrekkig voetbalveld. Het Hof concludeerde dat de eiser zelf verantwoordelijk was voor de risico's die verbonden zijn aan het sporten in een gevangenisomgeving.
Uiteindelijk bevestigde het Hof het vonnis van het GEA en verleende het de eiser toestemming om kosteloos te procederen, zonder dat er een proceskostenveroordeling volgde voor de geïntimeerde. Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van gedetineerden voor hun eigen veiligheid tijdens sportactiviteiten binnen de gevangenis.