ECLI:NL:OGHACMB:2012:BW7349
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kennelijk onredelijke beëindiging van arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft een werknemer schadevergoeding gevorderd wegens kennelijk onredelijke beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. De directeur van de directie Arbeid en Onderzoek had op 4 augustus 2010 toestemming verleend aan de werkgever, Compania Arubiano di Bus N.V., om de arbeidsovereenkomst met de werknemer te beëindigen per 1 oktober 2010. De werknemer heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd op 8 februari 2011 door de directeur niet-ontvankelijk verklaard. Vervolgens heeft het Gerecht in eerste aanleg van Aruba op 24 augustus 2011 het beroep van de werknemer niet-ontvankelijk verklaard voor zover dit tegen de minister was gericht, en voor het overige gegrond, waarbij de beschikking van de directeur werd vernietigd en de directeur werd opgedragen opnieuw op het bezwaar van de werknemer te beschikken.
Tegen deze uitspraak hebben zowel de directeur als de werkgever hoger beroep ingesteld. De werknemer heeft een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 4 april 2012 zijn de directeur, de werkgever en de werknemer verschenen, waarbij de directeur werd vertegenwoordigd door mr. I.L. Ras Orman, de werkgever door mr. E.R. Zeppenfeldt, en de werknemer door mr. A.A. Ruiz.
Het Hof heeft overwogen dat ingevolge artikel 7A:1615s van het Burgerlijk Wetboek de rechter, indien een partij de dienstbetrekking kennelijk onredelijk beëindigt, aan de wederpartij een schadevergoeding kan toekennen. Het Hof heeft vastgesteld dat de werknemer zijn bevoegdheid om de nietigheid van de beëindiging in te roepen heeft prijsgegeven door in de beëindiging te berusten. Het betoog van de werknemer dat hij belang heeft bij het beroep, omdat de ontslagvergunning vernietigd zou kunnen worden, werd verworpen. Het Hof heeft het hoger beroep gegrond verklaard, de uitspraak van het Gerecht vernietigd en het beroep van de werknemer niet-ontvankelijk verklaard.