ECLI:NL:OGHACMB:2012:5

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
11 december 2012
Publicatiedatum
4 maart 2014
Zaaknummer
GH 34557/10 - AR 164/10 - H 171/11
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindvonnis inzake eigendomsoverdracht en onrechtmatig gebruik van perceel door Taamskliniek

In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen de besloten vennootschap KLINIEK DR. J. TAAMS B.V. De uitspraak betreft een eindvonnis dat volgt op een tussenvonnis van 17 april 2012. De kern van de zaak draait om de eigendomsoverdracht van een perceel en de vraag of deze overdracht kan worden tegengeworpen aan [appellante]. Het Hof heeft vastgesteld dat de vorderingen van [appellante] toewijsbaar zijn, omdat zij eerder aanspraken heeft gemaakt op het perceel en de nieuwe stelling van Taamskliniek tardief is. Het Hof oordeelt dat Taamskliniek onrechtmatig handelt door gebruik te maken van het perceel, dat in strijd is met een erfdienstbaarheid ten aanzien waarvan [appellante] de eigenaar is. Het Hof verwijst naar eerdere correspondentie en juridische verplichtingen die Taamskliniek had om relevante feiten tijdig aan te voeren. Het Hof vernietigt het bestreden vonnis en beveelt Taamskliniek om het gebruik van het perceel binnen drie maanden te staken, op straffe van een dwangsom. Tevens wordt Taamskliniek veroordeeld in de proceskosten van beide instanties.

Uitspraak

Registratienrs. GH 34557/10 - AR 164/10 - H 171/11
Uitspraak: 11 december 2012
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Eindvonnis in de zaak van:
[appellante],
wonende in Curaçao,
oorspronkelijk eiseres, thans appellante,
gemachtigde: mr. R.A. Diaz,
tegen
de besloten vennootschap KLINIEK DR. J. TAAMS B.V.,
gevestigd in in Curaçao,
oorspronkelijk gedaagde, thans geïntimeerde,
gemachtigden: mr. M.F. Murray.
Partijen worden hierna wederom aangeduid met [appellante] en Taamskliniek.

1.Het verder verloop van de procedure

1.1.
Het Hof verwijst voor het verloop van de procedure tot dan toe naar zijn tussenvonnis van 17 april 2012.
1.2.
Op 26 juni 2012 heeft Taamskliniek een akte uitlating genomen.
1.3.
Op 23 oktober 2012 heeft [appellante] een antwoord akte genomen.
1.4.
Partijen hebben wederom om vonnis gevraagd waarvan de uitspraak is bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Taamskliniek heeft gedocumenteerd aangevoerd dat niet zij maar Stichting Particulier Fonds Taams Real Estate eigenaar is van [adres] en wel sedert 20 oktober 2009 (productie 2 bij akte uitlating van 26 juni 2012).
2.2. [
appellante] heeft gedocumenteerd aangevoerd dat vóór de overdracht door Taamskliniek aan Stichting Particulier Fonds Taams Real Estate, zij Taamskliniek formeel heeft aangesproken. Zij acht de nieuwe stelling van Taamskliniek tardief en in strijd is met een goede procesorde. Het Hof stemt hiermee in. Dat Taamskliniek zich niet bewust was van de eigendomsoverdracht is niet aannemelijk. Reeds vóór de overdracht op 20 oktober 2009 wist Taamskliniek van de aanspraken van [appellante] en had zij brieven, d.d. 30 maart 2009 en 15 september 2009 (producties I en III bij inleidend verzoekschrift), ontvangen van de advocaat van [appellante]. Taamskliniek kon niet, nadat op 5 maart 2010 de gerechtelijke procedure door [appellante] was opgestart, redelijkerwijs van mening zijn dat de eigendomsovergang van 20 oktober 2009 irrelevant was. Het Hof wijst op artikel 18c Rv, bepalende: ‘Partijen zijn verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig, naar waarheid en in een zo vroeg mogelijk stadium aan te voeren. Wordt deze verplichting niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht.’
2.3.
Hier komt bij dat het petitum van [appellante] betrekking heeft op het feitelijk gebruik door Taamskliniek van perceel nr. 9. Taamskliniek handelt onrechtmatig jegens [appellante], eigenaar en bewoner van perceel nr. 7, door een feitelijk gebruik door Taamskliniek dat strijdig is met een erfdienstbaarheid ten aanzien waarvan het perceel nr. 7 heersend erf is, mede gelet op de banden tussen Taamskliniek, feitelijk gebruiker alsmede voormalig eigenaar en vervreemder, en de huidige eigenaar Stichting Particulier Fonds Taams Real Estate.
2.4.
In het tussenvonnis heeft het Hof overwogen (rov. 5.10) dat het, gelet op de stukken, dermate aannemelijk acht dat Warawaraweg nr. 9 (het perceel waarvan Taamskliniek feitelijk gebruik maakt) mede betrokken was in de ontwikkeling (verkaveling) van de Damacorgronden na 1963, dat indien Taamskliniek zulks wil betwisten van haar verwacht wordt dat zij zich eveneens laat voorlichten door het Kadaster en de Openbare registers. Taamskliniek heeft in haar akte uitlating geen verslag gedaan van enige recherche ter zake bij het Kadaster en de Openbare Registers.
2.5.
Het Hof maakt tot eindoordeel zijn in het tussenvonnis gegeven oordeel (rov. 5.6) dat het perceel nr. 9 dienend erf is gebleven wat betreft de in 1963 gevestigde erfdienstbaarheid, aangezien zulks noodzakelijk is ter uitoefening door [appellante] als eigenaar van het heersend erf van die erfdienstbaarheid.
2.6.
Het Hof maakt tot eindoordeel zijn in het tussenvonnis gegeven oordeel (rov. 5.8) dat het houden van een ‘polikliniek’ of van een ‘dokterspraktijk’ niet is toegestaan ingevolge de erfdienstbaarheid waarom het in deze procedure gaat.
2.7.
Niet kan worden gezegd dat [appellante] misbruik van bevoegdheid maakt, ook al zijn er in de wijk Damacor ‘koffiehuizen, winkels, apotheken, een architectenkantoor, schoonheidssalons, een bejaardentehuis en een ziekenhuisinrichting’ gevestigd. [appellante] is naaste buur van perceel nr. 9 en heeft dagelijks last van het door Taamskliniek uitgeoefende feitelijk gebruik. Overigens is door Taamskliniek niet gespecificeerd dat alle door haar genoemde inrichtingen eveneens dienend erf zijn ten aanzien van de erfdienstbaarheid uit 1963.
2.8.
Voor toepassing van artikel 5:79 BW, waarvoor overigens vereist is dat [appellante] geen redelijk belang bij de uitoefening van de erfdienstbaarheid meer heeft, dient een aparte procedure gevolgd te worden (door Stichting Particulier Fonds Taams Real Estate als eigenaar van het dienend erf).
2.9.
Uit het voorgaande volgt dat het bestreden vonnis moet worden vernietigd. De vordering van [appellante] is toewijsbaar. Reeds na het tussenvonnis van het Hof van 17 april 2012 kon Taamskliniek voorbereidingsmaatregelen nemen. Het Hof zal de termijn voor opheffing van de onrechtmatige toestand stellen op drie maanden. Ten aanzien van verbeurde dwangsommen zal een maximum gesteld worden.
2.10.
Taamskliniek dient de kosten van deze procedure in beide instanties te dragen.

4.Beslissing

Het Hof:
- vernietigt het bestreden vonnis, en opnieuw rechtdoende:
- beveelt Taamskliniek om binnen drie maanden na betekening van dit vonnis het gebruik van perceel [adres] als kantoor, polikliniek, dokterspraktijk of consultatiebureau te staken en gestaakt te houden, op straffe van een door Taamskliniek ten behoeve van [appellante] te verbeuren dwangsom van NAF. 10.000,= per dag, met een maximum van NAF. 250.000,= ;
- veroordeelt Taamskliniek in de kosten van deze procedure aan de zijde van [appellante] gevallen en tot op heden begroot voor de eerste aanleg op NAF. 1.500,= aan gemachtigdensalaris en NAF. 312,83 aan verschotten en voor het hoger beroep op NAF. 6.800,= aan gemachtigdensalaris en NAF. 261,50 aan verschotten;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mrs. H.J. van Kooten, J. de Boer en J.P.C. van Dam van Isselt, leden van het Hof, en ter openbare terechtzitting van 11 december 2012 in Curaçao uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.