ECLI:NL:OGHACMB:2012:1
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot herroeping in civiele zaak met betrekking tot verblijfplaats
In deze zaak heeft [K], wonend in Sint Maarten, een verzoek tot herroeping ingediend van een eerder eindvonnis van het Hof van 1 februari 2008. Dit eindvonnis was in kracht van gewijsde gegaan na een eerdere afwijzing door de Hoge Raad op 12 februari 2010. Het verzoekschrift tot herroeping werd ingediend op 9 februari 2011, waarbij [K] aanvoerde dat de erflater ten tijde van zijn overlijden niet in New York, maar in Sint Maarten zijn gewone verblijfplaats had. De gedaagden, vertegenwoordigd door mr. G.C. Richardson-Nicolaas, hebben aangedrongen op een beslissing door het Hof, en de griffier heeft [K] verzocht om betaling van griffierecht, wat op 25 oktober 2012 is voldaan.
Het Hof heeft de gronden van het verzoek tot herroeping beoordeeld en vastgesteld dat de door [K] aangevoerde redenen niet voldoen aan de wettelijke vereisten voor herroeping zoals vastgelegd in artikel 382 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het Hof concludeert dat er geen sprake is van bedrog, valsheid van stukken, of het verkrijgen van nieuwe beslissende stukken die door de wederpartij waren achtergehouden. Bovendien is het Hof van mening dat de inschrijving in de basisadministratie van Sint Maarten niet automatisch betekent dat de erflater zijn gewone verblijfplaats daar had. De inschrijving is slechts één van de factoren die in overweging moeten worden genomen bij het vaststellen van de gewone verblijfplaats.
Uiteindelijk heeft het Hof de vordering tot herroeping afgewezen en [K] veroordeeld in de kosten van de procedure aan de zijde van de gedaagden, die tot op heden op nihil zijn begroot. De uitspraak vond plaats op 14 december 2012 in Sint Maarten, in aanwezigheid van de griffier.