ECLI:NL:OGHACMB:2011:BV2089
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de economische zone en de rechtsgeldigheid van intrekking door Curinde N.V.
In deze zaak gaat het om de toelating van de naamloze vennootschap Mancinelli Jewelry International N.V. tot de economische zone van Curaçao. Appellante was in eerste aanleg niet-ontvankelijk verklaard door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, wat leidde tot hoger beroep bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. De uitspraak van het Hof, gedaan op 2 december 2011, bevestigde het vonnis van het Gerecht. De zaak draait om de vraag of de intrekking van de toelating door Curinde N.V. rechtsgeldig was. Curinde had op 9 december 2009 de toelating van appellante ingetrokken, waarna appellante bezwaar maakte. Dit bezwaar werd ongegrond verklaard op 7 december 2010. Het Gerecht in eerste aanleg verklaarde het beroep van appellante ongegrond en het beroep tegen het uitblijven van een beschikking op haar verzoek om toelating niet-ontvankelijk. Het Hof oordeelde dat het Gerecht terecht had geoordeeld dat de voorzitter van de adviescommissie niet inhoudelijk betrokken was geweest bij de totstandkoming van de bestreden beschikking. Ook werd geoordeeld dat appellante niet in haar belangen was geschaad door het niet horen voorafgaand aan de beschikking van 9 december 2009, aangezien zij in een later stadium door de adviescommissie was gehoord. Het Hof bevestigde dat Curinde de toelating kon intrekken op basis van de Landsverordening economische zones 2000, omdat appellante niet voldeed aan de vereisten voor toelating. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van het Gerecht werd bevestigd.