ECLI:NL:OGHACMB:2011:BV2085
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J.P. de Haan
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing ontheffing vestiging medische beroepsbeoefenaar
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, die haar verzoek om ontheffing van het verbod om zich als medische beroepsbeoefenaar te vestigen en het medisch beroep uit te oefenen, heeft afgewezen. De uitspraak van het Gerecht vond plaats op 5 april 2011, waarbij het beroep van appellante niet-ontvankelijk werd verklaard. Appellante heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, dat op 18 oktober 2011 door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie werd behandeld.
De rechtsvraag betreft de toepassing van de Tijdelijke landsverordening beperking vestiging medische beroepen, die het verbod regelt voor medische beroepsbeoefenaren om zich te vestigen. Appellante betoogde dat het Gerecht ten onrechte had geoordeeld dat zij geen belang had bij haar beroep, omdat zij niet had aangetoond dat zij op korte termijn een medisch beroep zou uitoefenen. Het Hof oordeelde dat het Gerecht had moeten onderzoeken of aan de voorschriften van openbare orde was voldaan, en dat het niet aan appellante was om haar verzoek verder te concretiseren.
Het Hof vernietigde de uitspraak van het Gerecht en verklaarde het hoger beroep gegrond. Het oordeelde dat de beschikking van het bestuurscollege, die de ontheffing had afgewezen, onzorgvuldig was voorbereid en rustte op een ontoereikende motivering. Het Hof bepaalde dat de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur opnieuw op het verzoek van appellante moest beschikken, en veroordeelde de minister tot vergoeding van de proceskosten van appellante. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 2 december 2011.