ECLI:NL:OGHACMB:2011:BV2080
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Weigering van tewerkstellingsvergunning en rechtmatig verblijf van vreemdeling
In deze zaak gaat het om de weigering van een tewerkstellingsvergunning aan een vreemdeling door het bestuurscollege van het eilandgebied Curaçao. De werkgever, handelend onder de naam De Moda, heeft bezwaar gemaakt tegen deze weigering. De minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn heeft het bezwaar ongegrond verklaard, waarna de werkgever in beroep ging bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. Dit Gerecht verklaarde het beroep ongegrond, maar de werkgever ging in hoger beroep bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.
Tijdens de zitting op 18 oktober 2011 werd duidelijk dat de vreemdeling ten tijde van het verzoek rechtmatig in het land verbleef. De minister erkende dat de beschikking van 21 juni 2010 niet deugdelijk was gemotiveerd en dat de afwijzing van het verzoek om tewerkstellingsvergunning op basis van artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d, van de Landverordening arbeid vreemdelingen (Lav) onterecht was. Het Hof oordeelde dat het hoger beroep gegrond was en vernietigde de eerdere uitspraak van het Gerecht.
Het Hof verklaarde het beroep van de werkgever gegrond en vernietigde de beschikking van 21 juni 2010. De minister werd opgedragen om opnieuw te beschikken op het bezwaar van de werkgever tegen de eerdere weigering van de tewerkstellingsvergunning. Tevens werd de minister veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de werkgever. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 2 december 2011.