ECLI:NL:OGHACMB:2011:BV2064
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Weigering taxivergunningen na toezegging door vorige minister
In deze Arubaanse zaak is in geschil de weigering van de minister van Toerisme, Transport en Arbeid om taxivergunningen toe te kennen aan appellanten, ondanks een eerdere toezegging van de vorige minister. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie oordeelt dat de minister niet gebonden is aan deze toezegging, omdat de vorige minister geen advies had gevraagd aan de vereiste Commissie voor de uitvoering van de Landsverordening Personenvervoer (Lpv) voordat de toezegging werd gedaan. Dit betekent dat de minister niet verplicht was om de vergunningen te verlenen, aangezien de wettelijke procedure niet was gevolgd.
Desondanks slaagt het beroep van appellanten op het gelijkheidsbeginsel. Het Hof constateert dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom aan twaalf andere aanvragers wel vergunningen zijn verleend, terwijl appellanten, die aan de voorwaarden voldoen, zijn afgewezen. Het Hof vernietigt de eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba en verklaart het hoger beroep gegrond. De minister wordt opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak een nieuwe beschikking te geven, waarbij de eerdere afwijzing van de vergunningen opnieuw moet worden beoordeeld met inachtneming van de overwegingen van het Hof.
Daarnaast wordt de minister veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellanten en dient het land Aruba het griffierecht terug te betalen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige procedure bij de verlening van vergunningen en de noodzaak voor de minister om transparant en gemotiveerd te handelen in overeenstemming met de wet.