ECLI:NL:OGHACMB:2011:BT8832
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J.R. Sijmonsma
- E.M. van der Bunt
- J.P. de Haan
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schorsing van tenuitvoerlegging van vonnis in civiele zaak
In deze zaak hebben de erfgenamen van een erflater, woonachtig in de Verenigde Staten, een verzoek ingediend tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, gewezen op 8 februari 2011. Dit vonnis verplichtte hen tot betaling van een bedrag van US $ 300.000,- aan de gedaagde, die schadevergoeding vorderde. De erfgenamen stelden dat er juridische en feitelijke misslagen in het vonnis waren en dat de executie van het vonnis onacceptabele gevolgen zou hebben. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft de vordering tot schorsing beoordeeld aan de hand van de belangenafweging tussen de partijen, waarbij de spoedeisendheid van de betaling en de gevolgen van de executie voor de gedaagde werden meegewogen.
Het Hof concludeerde dat de erfgenamen niet voldoende hebben aangetoond dat er sprake was van zodanige misslagen in het vonnis dat schorsing gerechtvaardigd zou zijn. De argumenten van de erfgenamen, waaronder de stelling dat het deskundigenrapport ondeugdelijk was, werden niet overtuigend bevonden. Het Hof oordeelde dat de belangen van de gedaagde, die de veroordeling tot betaling had verkregen, zwaarder wogen dan die van de erfgenamen. De gedaagde had een legitiem belang bij de uitvoerbaarheid van het vonnis, aangezien het bedrag noodzakelijk was voor herstelkosten en het voorkomen van verdere schade.
Uiteindelijk heeft het Hof de vordering tot schorsing afgewezen en de erfgenamen veroordeeld in de kosten van het incident. De uitspraak werd gedaan op 10 mei 2011 door de rechters J.R. Sijmonsma, E.M. van der Bunt en J.P. de Haan, in aanwezigheid van de griffier tijdens een openbare zitting in Curaçao.