ECLI:NL:OGHACMB:2011:BR5387
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake waardering scriptie door examencommissie Universiteit van de Nederlandse Antillen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant sub 1] tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarin zijn beroep tegen de waardering van zijn scriptie door de examencommissie van de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA) niet-ontvankelijk werd verklaard. De examencommissie had de scriptie, die ter afronding van de studie rechtswetenschappen was ingediend, gewaardeerd met het cijfer zes. De commissie van beroep van de UNA en de UNA zelf hebben ook hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van het Gerecht.
Het Hof heeft de zaak behandeld op 5 april 2011, waarbij [appellant sub 1] in persoon aanwezig was, en de commissie en de UNA vertegenwoordigd werden door hun advocaten. Het Hof oordeelde dat het Gerecht terecht het beroep van [appellant sub 1] niet-ontvankelijk had verklaard, omdat hij geen belang had bij het beroep. Het Hof stelde vast dat [appellant sub 1] niet had aangetoond dat hij door een gegrondverklaring van zijn beroep in een gunstiger positie zou kunnen komen.
Daarnaast oordeelde het Hof dat de commissie van beroep en de UNA ook geen belang hadden bij hun hoger beroep, aangezien het Gerecht het beroep van [appellant sub 1] terecht niet-ontvankelijk had verklaard. De gestelde wens om een rechterlijk oordeel te verkrijgen over de vatbaarheid van de beschikking van 1 maart 2010 voor beroep, werd door het Hof niet als voldoende belang aangemerkt.
De uitspraak van het Hof bevestigde de eerdere beslissing van het Gerecht en verklaarde het hoger beroep van zowel [appellant sub 1] als de commissie en de UNA niet-ontvankelijk. De beslissing werd uitgesproken in naam der Koningin op 20 mei 2011.