ECLI:NL:OGHACMB:2011:BQ9969

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
25 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HLAR 105/09
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake de kwalificatie van een faxbericht als bezwaarschrift in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak gaat het om de vraag of een faxbericht van een belanghebbende moet worden aangemerkt als een bezwaarschrift. De minister van Infrastructuur, thans de minister van Integratie, Infrastructuur en Milieu, heeft een beschikking gegeven op 21 januari 2009, waarin de belanghebbende werd gelast een zonder bouwvergunning op het perceel Paramira 30 opgerichte bijbouw te verwijderen. De belanghebbende heeft op 10 februari 2009 een faxbericht gestuurd naar de minister, waarin hij verzocht om toestemming om een gewijzigde tekening voor de bouwvergunning in te dienen. De minister betoogde dat dit faxbericht geen bezwaarschrift was en dat het niet in handen van de bezwaaradviescommissie hoefde te worden gesteld. Het Hof oordeelt echter dat het faxbericht niet voldoet aan de vereisten van een bezwaarschrift, maar dat het wel als zodanig behandeld moet worden. Het Hof verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba en verklaart het Gerecht onbevoegd om van het beroep kennis te nemen. De minister moet het faxbericht doorzenden ter behandeling als bezwaarschrift.

Uitspraak

HLAR 105/09
Datum uitspraak: 25 januari 2011
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Uitspraak op het hoger beroep van:
de minister van Infrastructuur, thans: de minister van Integratie, Infrastructuur en Milieu,
appellant,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 11 november 2009 in zaak nr. Lar 751 van 2009 in het geding tussen:
[Belanghebbende], wonend in Aruba,
en
appellant.
1. Procesverloop
Bij beschikking van 21 januari 2009 heeft appellant (hierna: de minister) [belanghebbende] (hierna: [belanghebbende]) op straffe van bestuursdwang gelast de zonder bouwvergunning op het perceel Paramira 30 (hierna: het perceel) opgerichte bijbouw (hierna: de bijbouw) te verwijderen.
Bij faxbericht van 10 februari 2009 heeft [belanghebbende] de minister verzocht, als hierna onder 2.2.1 vermeld.
Bij beschikking van 18 februari 2009 heeft de minister [belanghebbende] op straffe van bestuursdwang gelast de ringbalk en de verdiepingsvloer van de bijbouw te verwijderen.
Bij uitspraak van 11 november 2009 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) het door [belanghebbende] tegen de beschikking van 18 februari 2009 ingestelde beroep gegrond verklaard, die beschikking vernietigd en bepaald dat de minister het faxbericht van 10 februari 2009 in handen van de bezwaaradviescommissie stelt en vervolgens zal handelen met inachtneming van hetgeen is bepaald in de artikelen 15 en volgende van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: de Lar).
Tegen deze uitspraak heeft de minister bij brief, bij het Gerecht ingekomen op 18 juni 2009, hoger beroep ingesteld bij het Hof.
[Belanghebbende] heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 november 2010, waar de minister, vertegenwoordigd door mr. V.M. Emerencia, E. Vrolijk en Z.C. van Poppel-Marquez, allen werkzaam in dienst van het Land, en [belanghebbende], vertegenwoordigd door mr. P.M.E. Mohamed, advocaat, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 9, eerste lid, van de Lar kan degene die door een beschikking rechtstreeks in zijn belang is getroffen het bestuursorgaan verzoeken de beschikking in heroverweging te nemen, tenzij deze op bezwaar is gegeven.
Ingevolge artikel 15 stelt het bestuursorgaan, tenzij het bestuursorgaan het bezwaarschrift op grond van artikel 12, eerste lid, of artikel 14, tweede lid, niet-ontvankelijk heeft verklaard, dat geschrift en de daarop betrekking hebbende stukken in handen van de bezwaaradviescommissie:
a. uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift, of
b. indien toepassing is gegeven aan artikel 14, eerste lid, uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van het antwoord van de indiener of na het verstrijken van de daarvoor gestelde termijn.
Ingevolge artikel 23, eerste lid, kan degene die door een op een bezwaarschrift gegeven beschikking, als bedoeld in de artikelen 12, eerste lid, 14, tweede lid, of 20, rechtstreeks in zijn belang is getroffen daartegen beroep instellen bij het Gerecht.
2.2. De minister betoogt dat het Gerecht heeft miskend dat het faxbericht van 10 februari 2009 geen bezwaarschrift behelst, zodat het niet in handen van de bezwaaradviescommissie hoefde te worden gesteld.
2.2.1. Dat betoog slaagt. Het faxbericht luidt als volgt: "Cliënt verzoekt u dan ook hem toe te staan alsnog de gewijzigde tekening met betrekking tot het dak ter goedkeuring in te dienen. (..) Ik verzoek u mij binnen vijf werkdagen te berichten aangaand het voorstel van cliënt. Voorts verzoek ik u mij te berichten alvorens u een eventueel voornemen tot sloop ten uitvoer legt. Dit daar cliënt hiertegen in rechte zal gaan ageren."
Het faxbericht houdt aldus naar uiterlijke kenmerken noch naar inhoud een bezwaarschrift tegen de beschikking van 21 januari 2009 in, doch een verzoek om een gewijzigde aanvraag om verlening van bouwvergunning in te mogen dienen, alsmede de mededeling dat, indien de minister niettemin tot bestuursdwang zal overgaan, daartegen rechtsmiddelen zullen worden aangewend.
Tegen de beschikking van 21 januari 2009 is ook anderszins geen bezwaar gemaakt.
De beschikking van 18 februari 2009 is niet gegeven op een bezwaarschrift. Tegen deze beschikking kon desgewenst bezwaar worden gemaakt. Het Gerecht kon van het daartegen ingestelde beroep geen kennis nemen. Het heeft het tegen die beschikking gerichte beroepschrift dan ook ten onrechte niet ter behandeling als bezwaarschrift aan de minister doorgezonden.
2.3. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen het Gerecht had behoren te doen, zal het Hof het Gerecht onbevoegd verklaren om van het bij hem ingestelde beroep kennis te nemen en het beroepschrift aan de minster doorzenden ter behandeling als bezwaarschrift.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 11 november 2009 in zaak nr. Lar 751 van 2009;
III. verklaart het Gerecht onbevoegd om van het in die zaak ingestelde beroep kennis te nemen.
Aldus vastgesteld door J.Th. Drop, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Isenia, griffier.
w.g. Drop
Voorzitter
w.g. Isenia
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 25 januari 2011
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,