ECLI:NL:OGHACMB:2011:BQ8989
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep kort geding
- J. de Boer
- J.R. Sijmonsma
- E.M. van der Bunt
- Rechtspraak.nl
Verplichting van schuldenaar tot verstrekking van informatie over inkomens- en vermogenspositie in kort geding
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep in een kort geding. De oorspronkelijke eiser, Horon Holding Corporation, gevestigd in de Verenigde Staten, had een veroordeling verkregen tegen de geïntimeerde, die in Sint Maarten woont, tot betaling van een aanzienlijk bedrag van $ 6.231.626,25. Horon heeft het vonnis op 31 maart 2010 aan de geïntimeerde betekend, maar tot op heden heeft deze niets betaald. Horon wenst nu inzicht te krijgen in de vermogenspositie van de geïntimeerde om zich op zijn bezittingen te kunnen verhalen.
Het Hof oordeelt dat de geïntimeerde, op basis van artikel 6:2 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, verplicht is om inlichtingen te verstrekken over zijn inkomens- en vermogenspositie aan de schuldeiser die een veroordeling tot betaling heeft verkregen. Het Hof bevestigt het vonnis van de eerste aanleg, waarin de geïntimeerde werd veroordeeld om aan Horon of een onafhankelijke derde inzage te verlenen in zijn financiële gegevens. Het Hof stelt vast dat de geïntimeerde niet heeft voldaan aan de verplichting om informatie te verstrekken, en dat het niet redelijk is om geen medewerking te verlenen aan een betalingsverplichting na een rechtsverhouding die tot die verplichting heeft geleid.
De zaak benadrukt de noodzaak voor schuldenaren om transparant te zijn over hun financiële situatie, vooral wanneer er een gerechtelijke veroordeling is uitgesproken. Het Hof bevestigt de eerdere uitspraak en legt de proceskosten van het hoger beroep op aan Horon, die in het ongelijk is gesteld.