ECLI:NL:OGHACMB:2011:BQ8946

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
10 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AR-45/08-H-136/10
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallen van hoger beroep door te late betaling griffierecht

In deze zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, stond de vraag centraal of het hoger beroep van Aannemersbedrijf Chendeos N.V. vervallen was door te late betaling van het griffierecht. De uitspraak vond plaats op 10 mei 2011. Chendeos had het griffierecht, dat uiterlijk op 9 december 2009 betaald moest zijn, pas op 14 januari 2010 voldaan. Het Hof oordeelde dat het griffierecht te laat was betaald, waardoor het hoger beroep verviel op grond van artikel 270 lid 5 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

Het Hof had partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de tijdigheid van de betaling, maar beide partijen maakten van deze gelegenheid geen gebruik. Het Hof concludeerde dat de stempel op de kwitantie, die aangaf dat het griffierecht op 9 december 2009 was betaald, geantedateerd was. Dit leidde tot de vaststelling dat Chendeos niet tijdig had betaald, wat resulteerde in het verval van het hoger beroep.

In het incidenteel appel werd de andere partij, aangeduid als [geïntimeerde], niet-ontvankelijk verklaard, aangezien het principaal appel al vervallen was. Het Hof veroordeelde Chendeos in de proceskosten van [geïntimeerde], die werden begroot op NAF. 9.300,- aan gemachtigdensalaris en NAF. 262,50 aan betekeningskosten. De kosten van Chendeos in het incidenteel appel werden op nihil begroot. De uitspraak werd gedaan door de rechters J. de Boer, J.P. de Haan en E.M. van der Bunt, en werd openbaar uitgesproken in Curaçao.

Uitspraak

ZAAKNR: AR-45/08-H-136/10
UITSPRAAK: 10 mei 2011
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Vonnis in de zaak van:
de naamloze vennootschap
AANNEMERSBEDRIJF CHENDEOS N.V.,
gevestigd op Bonaire,
voorheen eiseres in conventie, gedaagde in reconventie,
thans appellante in het principaal appel, geïntimeerde in het incidenteel appel,
procederend in persoon (voorheen gemachtigde: mr. M.C. Vaders),
- tegen -
[geïntimeerde],
gevestigd op Bonaire,
voorheen gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
thans geïntimeerde in het principaal appel, appellant in het incidenteel appel,
gemachtigde: mr. R.T.J.M. Oomen.
Partijen worden hierna Chendeos en [geïntimeerde] genoemd.
1. Verdere verloop van de procedure
Voor het verloop van de procedure tot 1 februari 2011 wordt verwezen naar het tussenvonnis van het Hof van die datum. Op de rolzitting van 22 februari 2011, waarnaar de zaak was verwezen voor akte uitlating, is Chendeos niet verschenen, heeft [geintimeerde] zich gerefereerd aan het oordeel van het Hof en is Chendeos akte van niet dienen verleend. Vonnis is bepaald op heden.
2. Ontvankelijkheid
<u>in het principaal appel</u>
2.1 Het Hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de vraag of het griffierecht op tijd is bepaald. Partijen hebben van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Het Hof heeft geen redenen te twijfelen aan zijn voorshands oordeel dat de stempel “griffierecht betaald 9 december 2009” is geantedateerd en, op grond van de kwitantie en het zaaksoverzicht, stelt het Hof vast dat het griffierecht is betaald op 14 januari 2010. Zoals reeds in het tussenvonnis overwogen had Chendeos, op straffe van verval van het hoger beroep, uiterlijk op 9 december 2009 het griffierecht moeten betalen.
2.2 De regeling van het verval van appel is in het verleden niet altijd consequent gehandhaafd. Het Hof heeft echter per brief van 8 juli 2009 aan onder meer de advocatuur aangekondigd deze regeling bij beroepen ingesteld vanaf 1 augustus 2009 strikt te gaan handhaven.
2.3 Nu vaststaat dat Chendeos het griffierecht pas op 14 januari 2010 heeft betaald, is ingevolge artikel 270 lid 5 Rv het hoger beroep vervallen. De grieven behoeven geen beoordeling en Chendeos zal worden veroordeeld in de proceskosten van [geïntimeerde].
<u>in het incidenteel appel</u>
2.4 Nu het principaal appel is vervallen wegens te late betaling van het griffierecht, zal [geïntimeerde] in het incidenteel appel niet-ontvankelijk worden verklaard. [geïntimeerde] zal in de kosten van Chendeos worden veroordeeld.
BESLISSING:
Het Hof:
<u>in het principaal appel:</u>
verstaat dat het hoger beroep is vervallen;
draagt de griffier op de aantekening in het algemeen register door te halen;
veroordeelt Chendeos in de kosten van [geïntimeerde] en begroot deze kosten tot op heden op NAF. 9.300,- aan gemachtigdensalaris en NAF. 262,50 aan betekeningskosten;
<u>in het incidenteel appel:</u>
verklaart [geïntimeerde] niet-ontvankelijk;
veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van Chendeos en begroot deze kosten tot op heden op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J. de Boer, J.P. de Haan en E.M. van der Bunt, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en ter openbare terechtzitting van het Hof op Curaçao uitgesproken op 10 mei 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.