ECLI:NL:OGHACMB:2011:BQ8943
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechter door Evmolpia c.s. in civiele procedure
In deze zaak, geregistreerd onder nummer AR-184/2010-HAR-31/11, heeft de stichting Evmolpia Private Fund Foundation, vertegenwoordigd door haar directeur, een verzoek tot wraking ingediend tegen de rechter mr. [rechter]. De wraking is aangevraagd tijdens een rolzitting op 19 april 2011, waarbij Evmolpia c.s. de rechter om redenen die reeds bekend waren bij het Gerecht heeft gewraakt. De behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 17 mei 2011, waar zowel Evmolpia c.s. als de rechter en hun respectieve gemachtigden aanwezig waren. Evmolpia c.s. heeft tijdens deze zitting schriftelijke aantekeningen overgelegd en verzocht om alleen te worden gehoord, wat door het Hof werd afgewezen.
Het Hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat wraking mogelijk is op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen, zoals vastgelegd in artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het Hof benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden weerleggen. In dit geval heeft het Hof geen feiten of omstandigheden kunnen vaststellen die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid van de rechter opleveren.
Evmolpia c.s. heeft aangevoerd dat de rechter als vice-president van het Hof verantwoordelijk is voor de gang van zaken binnen het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, en dat beslissingen van andere rechters relevant zijn voor de beoordeling van het wrakingsverzoek. Het Hof heeft echter geoordeeld dat de verantwoordelijkheid van de rechter niet reikt tot de inhoudelijke en procedurele beslissingen van andere rechters. Bovendien zijn procedurele beslissingen volgens vaste jurisprudentie rechtsoordelen en kunnen deze, behoudens bijkomende feiten, geen grond voor wraking opleveren. Het verzoek tot wraking is dan ook afgewezen.
De beschikking is gegeven door de leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en is uitgesproken in het openbaar op 24 mei 2011.