ECLI:NL:OGHACMB:2011:BQ8938
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatig handelen inzake sollicitatie- en benoemingsprocedure bij het Openbaar Ministerie
In deze zaak heeft de appellant, een inwoner van Curaçao, hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (GEA) van 9 december 2010. De appellant verwijt het Land Curaçao onrechtmatig handelen in de sollicitatie- en benoemingsprocedure voor de functie van manager bedrijfsvoering bij het Openbaar Ministerie. De appellant stelt dat zijn voordracht voor benoeming onterecht is ingetrokken en dat hij beter gekwalificeerd was dan de benoemde kandidaat. Hij heeft op 20 januari 2011 een beroepschrift ingediend bij het GEA, maar heeft de mogelijkheid om beroep aan te tekenen tegen het benoemingsbesluit van 12 februari 2010 onbenut gelaten. Het Hof heeft op 12 april 2011 de zaak behandeld en de gemachtigden van beide partijen hebben hun pleitnotities voorgedragen.
Het Hof oordeelt dat de appellant als direct belanghebbende op grond van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak beroep had kunnen instellen tegen het benoemingsbesluit en de afwijzing van zijn verzoek. Aangezien de appellant deze beroepsmogelijkheid niet heeft benut, hebben de besluiten formele rechtskracht gekregen. Dit betekent dat de burgerlijke rechter van de rechtmatigheid van deze besluiten moet uitgaan. Het Hof concludeert dat de vordering van de appellant tot schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen niet kan slagen, en er is geen plaats voor een voorlopig getuigenverhoor. Het hoger beroep van de appellant wordt afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die zijn begroot op NAF 1.800,- aan gemachtigdensalaris.
De beschikking is gegeven door de rechters P.E. de Kort, F.J.P. Lock en H.J. van Kooten, en is uitgesproken op 10 mei 2011 in aanwezigheid van de griffier.