ECLI:NL:OGHACMB:2011:BQ6348

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
15 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
EJ 200/09-H-57/11
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake huurcommissie uitspraak en ontvankelijkheid van het hoger beroep

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 15 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil dat is ontstaan naar aanleiding van een beslissing van de Huurcommissie te Sint Maarten. De Huurcommissie had op 26 juni 2009 een beschikking gewezen, welke door het Gerecht in Eerste Aanleg van Sint Maarten (GEA) op 29 november 2010 werd vernietigd. De appellant, die oorspronkelijk verweerder was, heeft op 5 januari 2011 hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak van het GEA, waarin zijn verzoek om toestemming tot opzegging van de huurovereenkomst met de geïntimeerde werd afgewezen.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft het Hof partijen in de gelegenheid gesteld hun standpunten toe te lichten met betrekking tot de ontvankelijkheid van het hoger beroep. Het Hof heeft geoordeeld dat de Huurcommissieregeling een bijzondere regeling is die voorrang heeft boven de algemene appelregeling. Dit betekent dat er geen rechtsmiddel meer openstaat tegen de beslissing van de eerste rechter, zoals bepaald in artikel 5 lid 4 van de Huurcommissieregeling. De appellant heeft aangevoerd dat hij in beroep is gekomen op basis van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, maar het Hof heeft geoordeeld dat de bepalingen van de Huurcommissieregeling prevaleren.

Als gevolg van deze overwegingen heeft het Hof de appellant niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. Tevens is de appellant veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de geïntimeerde, die zijn begroot op NAF. 5.100,-. De beschikking is mondeling uitgesproken op 15 april 2011 en schriftelijk uitgegeven op 20 april 2011.

Uitspraak

Registratienummer: EJ 200/09-H-57/11
Uitspraak: 15 april 2011
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
beschikking in de zaak van:
[appellant],
wonend in Sint Maarten,
oorspronkelijk verweerder, thans appellant,
gemachtigde: mr. R.F. Gibson,
- tegen -
[geïntimeerde],
wonend in Sint Maarten,
oorspronkelijk eiser, thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. E.A. Arrindell.
1. Het verloop van de procedure
Het Gerecht in Eerste Aanleg van Sint Maarten, (hierna het GEA) heeft in deze zaak in beroep bij beschikking van 29 november 2010 de tussen partijen op 26 juni 2009 door de Huurcommissie te Sint Maarten gewezen beschikking vernietigd en het verzoek van [appellant] om hem toestemming te geven de huurovereenkomst met [geintimeerde] op te zeggen, afgewezen. [appellant] is bij akte van appel tevens houdende memorie van grieven, ingediend ter griffie van het GEA op 5 januari 2011 tegen deze uitspraak in beroep gekomen. [geintimeerde] heeft een verweerschrift ingediend.
Op de dag van de mondelinge behandeling zijn ten overstaan van het Hof verschenen [appellant] en zijn gemachtigde en de gemachtigde van [geintimeerde]. Het Hof heeft partijen allereerst in staat gesteld om hun standpunten voor wat betreft de vraag of het hoger beroep ontvankelijk is, nader toe te lichten, hetgeen is geschied. Het Hof heeft vervolgens onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan, welke heden, 20 april 2011, op schrift is gesteld.
2. De ontvankelijkheid
Onderhavige zaak betreft een geschil dat is aangevangen ten overstaan van de Huurcommissie te Sint Maarten. Nadat die Huurcommissie uitspraak heeft gedaan, heeft het GEA in beroep zijn oordeel gegeven. Art. 5 lid 4 van de Huurcommissieregeling bepaalt vervolgens dat tegen de beslissing van de eerste rechter geen rechtsmiddel is toegelaten. [appellant] heeft daar alleen maar tegen aangevoerd dat hij in beroep is gekomen op grond van art. 429n e.v. Rv en dat het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een nieuwere regeling is dan de Huurcommissieregeling, zodat de bepalingen van dit Wetboek van toepassing zijn.
Naar het oordeel van het Hof is de Huurcommissieregeling een bijzondere regeling die om die reden voorgaat boven de algemene appelregeling in zaken waarin een beschikking wordt gegeven in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Aldus kan [appellant] niet in zijn beroep worden ontvangen. Gelet daarop heeft hij te gelden als de in het ongelijk gestelde partij en dient hij te worden veroordeeld in de aan de zijde van [geintimeerde] gerezen proceskosten.
BESLISSING
Het Hof,
verklaart [appellant] niet-ontvankelijk;
veroordeelt [appellant] in de aan de zijde van [geintimeerde] gerezen proceskosten, tot op heden begroot op NAF. 5.100,-.
Deze beschikking is gewezen door mrs. J.R. Sijmonsma, E.M. van der Bunt en J.P. de Haan, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten mondeling uitgesproken op 15 april 2011 en schriftelijk uitgegeven op 20 april 2011.