ECLI:NL:OGHACMB:2011:BQ4471
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J.R. Sijmonsma
- P.E. de Kort
- E.M. van der Bunt
- Rechtspraak.nl
Vaderlijkheidskwestie en deskundigenonderzoek naar vaderschap
In deze zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gaat het om een hoger beroep van een man die betwist de vader te zijn van een kind. De man, wonend op Bonaire, heeft in een eerdere beschikking van het Gerecht in eerste aanleg (GEA) een onderhoudsbijdrage van $ 115,- per maand opgelegd gekregen voor de verzorging en opvoeding van het kind, geboren in 2000. De man heeft op 9 februari 2011 beroep aangetekend tegen deze beschikking, waarbij hij verzocht om vernietiging van de eerdere uitspraak en om afwijzing van het verzoek van de moeder, eventueel na een DNA-onderzoek dat door de moeder gefinancierd zou moeten worden.
Tijdens de zitting heeft de man verklaard dat hij in de conceptieperiode gemeenschap heeft gehad met de moeder, maar hij ontkent het vaderschap omdat het kind niet op hem lijkt en de moeder hem in een brief heeft laten weten dat hij niet de vader is. Het Hof heeft vastgesteld dat de erkenning van gemeenschap door de man voldoende is om een deskundigenonderzoek te gelasten naar het vaderschap. De man moet de kosten van dit onderzoek voorschieten en moet bewijs van betaling overleggen aan het Hof.
Het Hof heeft de zaak aangehouden en een deskundige benoemd, drs. Wimbert Vincent Martina, om het DNA-onderzoek uit te voeren. De partijen zijn verplicht om zich voor een afspraak voor de DNA-test te melden bij het Analystisch Diagnostisch Centrum. De behandeling van de zaak zal op 27 mei 2011 worden voortgezet. Het Hof heeft de verdere beoordeling aangehouden tot de resultaten van het deskundigenonderzoek bekend zijn.