ECLI:NL:OGHACMB:2011:BQ0591
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om tijdelijke verblijfsvergunning voor een minderjarige
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een verzoek om een tijdelijke verblijfsvergunning voor een minderjarige, ingediend door de wettelijk vertegenwoordiger van het kind. De gezaghebber van het Eilandgebied Curaçao, namens de minister van Justitie, heeft het verzoek op 11 juli 2008 afgewezen. Dit besluit werd later door de gezaghebber ongegrond verklaard op 18 februari 2009. De vreemdeling, die in deze zaak de minderjarige vertegenwoordigt, heeft tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, hoger beroep ingesteld. Het Gerecht had op 4 mei 2010 het beroep ongegrond verklaard.
De vreemdeling betoogt dat het Gerecht onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de beroepsgrond dat zij op basis van het IVRK (Verdrag inzake de rechten van het kind) aanspraak maakt op verblijf bij de referent. De vreemdeling stelt dat het Gerecht niet heeft gekeken naar de artikelen van het IVRK die betrekking hebben op adequaat onderwijs, sociale zekerheid en geneeskundige verzorging. Het Hof oordeelt echter dat de vreemdeling geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen die haar betoog onderbouwen, en dat het Gerecht daarom niet verplicht was om verder onderzoek te doen.
Het Hof bevestigt de uitspraak van het Gerecht en verklaart het hoger beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 25 januari 2011.