ECLI:NL:OGHACMB:2011:BQ0576
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake verwijdering en inbewaringstelling van vreemdeling
In deze zaak gaat het om de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep van een vreemdeling tegen de beslissing van de gezaghebber van het Eilandgebied Sint Maarten, die de verwijdering van de vreemdeling had gelast en deze in bewaring had gesteld. De vreemdeling had in zijn hoger-beroepschrift geen gronden vermeld waarop het beroep berustte, waardoor niet werd voldaan aan de vereisten van artikel 15, vijfde lid, onder c, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Het Hof heeft de vreemdeling in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, maar de vreemdeling heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Hierdoor heeft het Hof, in overeenstemming met artikel 22, tweede lid van de Lar, besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren.
De uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingplaats Sint Maarten, van 23 november 2009, had de inbewaringstelling van de vreemdeling vernietigd voor zover deze betrekking had op de verwijdering. De vreemdeling had vervolgens hoger beroep ingesteld, maar het Hof oordeelde dat de procedure niet correct was gevolgd. De uitspraak van het Hof werd gedaan in naam der Koningin en werd openbaar uitgesproken op 25 januari 2011. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling bestond. De zaak benadrukt het belang van het correct indienen van beroepschriften en het voldoen aan de wettelijke vereisten.