ECLI:NL:OGHACMB:2011:BP9116
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot inschrijving als advocaat wegens professionele onafhankelijkheid
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 8 februari 2011 uitspraak gedaan over het verzoek van een verzoekster om zich in te schrijven als advocaat. Het verzoekschrift werd op 8 september 2010 ingediend, en de procureur-generaal van Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba had in een eerdere brief geen bezwaar gemaakt tegen de inwilliging van het verzoek. De Raad van Toezicht adviseerde ook om het verzoek in te willigen. Echter, tijdens de zittingen op 17 december 2010 en 27 januari 2011 kwam naar voren dat de verzoekster een relatie had met een man die strafrechtelijk was veroordeeld en in de gevangenis zat. Dit leidde tot twijfels over haar professionele onafhankelijkheid als advocaat.
Het Hof heeft vastgesteld dat de verzoekster, ondanks dat zij voldeed aan de formele vereisten voor inschrijving, niet voldoende afstand kon houden van het criminele milieu. De verzoekster had blijk gegeven van naïviteit met betrekking tot de risico's van belangenverstrengeling en de verantwoordelijkheden die komen kijken bij het beroep van advocaat. Het Hof oordeelde dat er gegronde vrees bestond dat haar inschrijving de eer van de advocatuur zou schaden. Daarom werd het verzoek tot inschrijving als advocaat afgewezen.
De beslissing van het Hof benadrukt het belang van professionele onafhankelijkheid en de noodzaak voor advocaten om zich te distantiëren van criminele invloeden. De uitspraak is een belangrijke reminder voor de advocatuur over de ethische normen en de verantwoordelijkheden die aan het beroep zijn verbonden.