ECLI:NL:OGHACMB:2011:BP9110
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en bewijsvoering in arbeidsovereenkomst
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een werkneemster die stelt dat zij op staande voet is ontslagen door haar werkgever, Bonjour N.V. De werkneemster, die sinds september 2005 in dienst zou zijn, heeft in eerste aanleg een kort geding aangespannen. De werkgever betwist echter dat er sprake was van een ontslag op staande voet en stelt dat de tijdelijke arbeidsovereenkomst van de werkneemster was verstreken zonder verlenging. De werkneemster heeft haar standpunt over de ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst en de datum van ontslag gewijzigd, wat de zaak complicaties heeft bezorgd.
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft vastgesteld dat de werkneemster in haar verzoekschrift en memorie van grieven inconsistenties vertoont met betrekking tot de ingangsdatum van haar arbeidsovereenkomst en de datum van ontslag. De werkneemster heeft verschillende datums genoemd voor haar ontslag, maar heeft geen duidelijke verklaring gegeven voor deze inconsistenties. Het Hof concludeert dat het kort geding zich niet leent voor bewijsopdrachten en dat de werkneemster niet voldoende bewijs heeft geleverd om haar claims te onderbouwen.
Uiteindelijk heeft het Hof het beroep van de werkneemster verworpen en haar veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. Het verzoek om gratis admissie is afgewezen omdat de werkneemster niet heeft aangetoond dat zij aan de vereisten voor gratis rechtsbijstand voldoet. De uitspraak van het Hof bevestigt het vonnis van de eerste aanleg, waarin de werkneemster in het ongelijk is gesteld.