ECLI:NL:OGHACMB:2011:BP7470
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Misbruik van bevoegdheid bij aanspraak op verbeurde dwangsommen
In deze zaak, die werd behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, stond de vraag centraal of er sprake was van misbruik van bevoegdheid door de geïntimeerde, die aanspraak maakte op verbeurde dwangsommen. De appellant, een naamloze vennootschap gevestigd in Sint Maarten, had niet voldaan aan de hoofdveroordeling om een vergadertafel te leveren aan de geïntimeerde. Het Hof oordeelde dat niet was komen vast te staan dat het voor de appellant onmogelijk was om aan de hoofdveroordeling te voldoen, aangezien de levering van de vergadertafel geheel in eigen hand van de appellant lag. Het Hof concludeerde dat er geen sprake was van misbruik van bevoegdheid en dat er geen aanleiding was om de verplichting tot betaling van de verbeurde dwangsommen te matigen.
De procedure begon met een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, waar de appellant in hoger beroep ging tegen een eerder vonnis. De appellant had in haar memorie van grieven twee grieven voorgedragen, maar het Hof verwierp deze grieven. Het Hof bevestigde de vaststellingen van het GEA en oordeelde dat de appellant niet aan de hoofdveroordeling had voldaan. De appellant had geen blijvende of tijdelijke onmogelijkheid aangetoond om aan de veroordeling te voldoen.
Het Hof benadrukte dat de dwangsom als prikkel dient voor de voldoening van de hoofdveroordeling en dat de hoogte van de verbeurde dwangsommen, die het maximum had bereikt, niet onredelijk was. De omstandigheden dat de appellant in financiële moeilijkheden verkeerde, maakten in dit geval geen verschil. Uiteindelijk bevestigde het Hof het bestreden vonnis en veroordeelde de appellant in de kosten van de procedure in hoger beroep.