ECLI:NL:OGHACMB:2011:BP4040
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Raadkamer
- J.R. Sijmonsma
- E.M. van der Bunt
- H.J. van Kooten
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorwaardelijke invrijheidstelling van verzoeker na eerdere veroordeling
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 18 januari 2011 uitspraak gedaan in het verzoek van verzoeker om voorwaardelijke invrijheidstelling. Verzoeker, geboren in Colombia en thans gedetineerd in de gevangenis Bon Futuro, had op 8 december 2010 een verzoekschrift ingediend waarin hij vroeg om hem voorwaardelijk in vrijheid te stellen. Dit verzoek volgde op een eerdere veroordeling tot een gevangenisstraf van zes jaar en elf maanden, uitgesproken door het Hof op 15 augustus 2006. De minister van Justitie had op 18 maart 2010 besloten verzoeker nog niet voorwaardelijk in vrijheid te stellen, omdat hij zich in de gevangenis had misdragen door met een zelfgemaakt steekwapen een medegedetineerde te bedreigen.
Tijdens de behandeling van het verzoek op 11 januari 2011, waren verzoeker, zijn raadsvrouw mr. M.C. Vaders, en de (waarnemend) procureur-generaal mr. A.C. van der Schans aanwezig. De procureur-generaal stelde dat verzoeker niet-ontvankelijk verklaard moest worden, omdat het Hof al eerder had geoordeeld over de beslissing van de minister. Het Hof oordeelde dat verzoeker niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat hij in zijn verzoekschrift een nieuwe grond aanvoerde die eerst aan de minister voorgelegd moest worden. Het Hof benadrukte dat verzoeker in eerdere procedures al had aangevoerd dat hij zich had verdedigd tegen een aanval van medegedetineerden, en dat deze argumenten al waren meegenomen in de eerdere beslissing van 13 april 2010.
Uiteindelijk verklaarde het Hof verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek om voorwaardelijke invrijheidstelling, en dit werd vastgesteld in de beschikking van 18 januari 2011, gegeven door de rechters J.R. Sijmonsma, E.M. van der Bunt en H.J. van Kooten, in aanwezigheid van de griffier.