ECLI:NL:OGHACMB:2011:BP2907
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis in hoger beroep
In deze zaak heeft [eiseres] op 21 juni 2010 hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, dat op 10 mei 2010 was gewezen. In het hoger beroep heeft [eiseres] een incidentele vordering ingediend met het verzoek om de tenuitvoerlegging van het vonnis van 10 mei 2010 te schorsen. [verweerder] heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze schorsing. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft de vordering van [eiseres] toegewezen, wat betekent dat de uitvoering van het eerdere vonnis tijdelijk is stopgezet totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep.
De procedure begon met het vonnis van het GEA, waar [eiseres] en [verweerder] betrokken waren. [eiseres] heeft de schorsing aangevraagd en [verweerder] heeft zich over deze vordering uitgelaten, maar geen bezwaar gemaakt. Het Hof heeft vastgesteld dat er geen reden was om de proceskosten aan [verweerder] op te leggen, aangezien hij zich materieel niet heeft verzet tegen de vordering van [eiseres].
De beslissing van het Hof houdt in dat de tenuitvoerlegging van het vonnis van 10 mei 2010 wordt geschorst en dat de proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 4 januari 2011 in aanwezigheid van de griffier.