ECLI:NL:OGHACMB:2010:BP2883

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
14 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
EJ-3747/2009-H-169/10
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake griffierecht en ontvankelijkheid van het beroep

In deze zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door appellanten E.S., L.G., A.T. en J.M. tegen de beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (GEA) van 25 maart 2010. De appellanten, die eerder eiseressen waren, hebben hun appel op 5 mei 2010 ingediend, waarbij zij zes grieven hebben aangevoerd. Hun verzoek is gericht op vernietiging van de bestreden beschikking en toewijzing van hun vorderingen, met veroordeling van de tegenpartij in de kosten.

De tegenpartij, de naamloze vennootschap BLUEGREEN PROPERTIES N.V., vertegenwoordigd door mr. E.R. Zeppenfeldt, heeft een verweerschrift ingediend en geconcludeerd tot afwijzing van het beroep, met veroordeling van de appellanten in de kosten. Tijdens de mondelinge behandeling is aan de orde gekomen dat het griffierecht mogelijk niet op tijd en volledig is betaald. Het Hof heeft vastgesteld dat er op 21 juni 2010 een betaling van Afl. 100,- heeft plaatsgevonden, maar dat deze betaling te laat was volgens de relevante artikelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Het Hof heeft besloten om partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de betaling van het griffierecht en de juridische gevolgen daarvan, voordat verdere beslissingen worden genomen. De uitspraak van het Hof is gedaan op 14 december 2010, waarbij de verdere beslissing is aangehouden tot de rol van 18 januari 2011, zodat partijen hun standpunten kunnen verduidelijken over de ontvankelijkheid van het beroep en de betaling van het griffierecht.

Uitspraak

UITSPRAAK: 14 december 2010
ZAAKNR.: EJ-3747/2009-H-169/10
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van
Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Beschikking in de zaak van:
1. [appellant E.S.], 2. [appellant L.G.], 3. [appellant A.T.], en 4. [appellant J.M.](hierna gezamenlijk te noemen [appellanten] c.s.),
allen wonend in Aruba,
voorheen eiseressen, thans appellanten,
gemachtigde: mr. G. de Hoogd,
tegen
de naamloze vennootschap BLUEGREEN PROPERTIES N.V. (hierna Bluegreen),
gevestigd en kantoorhoudend in Aruba,
voorheen gedaagde, thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. E.R. Zeppenfeldt.
1. Het verloop van de procedure
Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en gevorderd, voor de procesgang aldaar en voor de overwegingen en beslissingen van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, (verder: het GEA) wordt verwezen naar de tussen partijen in deze zaak gewezen beschikking van 25 maart 2010. De inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd.
[appellanten] c.s. zijn in hoger beroep gekomen van deze beschikking door indiening op 5 mei 2010 van een appel rekest ter griffie van het GEA. In genoemd rekest hebben zij zes grieven aangevoerd en toegelicht. Hun conclusie strekt ertoe dat het Hof de bestreden beschikking zal vernietigen en hun vorderingen integraal zal toewijzen, kosten rechtens.
Bluegreen heeft een verweerschrift ingediend en daarin geconcludeerd tot afwijzing van het beroep, met veroordeling van [appellanten] c.s. hem in de kosten van dit beroep.
Op de voor behandeling bepaalde dag hebben partijen hun standpunten nader toegelicht zoals vermeld in het van die zitting opgemaakte proces-verbaal dat zich bij de stukken bevindt, waarna is bepaald dat heden beschikking zal worden gewezen.
2. Ontvankelijkheid
Op het appel-rekest is door kennelijk de griffier met potlood handgeschreven vermeld, voor zover hier van belang, “griffierecht niet betaald. 6/5”. Het Hof heeft vervolgens in-lichtingen ingewonnen bij de griffier en die heeft verklaard dat er op 21 juni 2010 contant Afl. 100,- aan griffierecht is betaald. Op grond van art. 429o lid 1 Rv jo. art. 270 lid 5 Rv is deze betaling te laat (en misschien te gering in omvang, maar die problematiek zal het Hof hier nog laten rusten), zodat, indien genoemde feiten juist zijn, het beroep is verval-len. Omdat het Hof deze problematiek niet tijdens de mondelinge behandeling aan de or-de heeft gesteld, zullen partijen in staat gesteld worden om zich over deze feiten en de juridische gevolgen daarvan uit te laten.
Elke verdere beslissing zal worden aangehouden.
BESLISSING:
Het Hof:
alvorens verder te beslissen:
stelt partijen in staat om zich bij akte, gelijktijdig door partijen te nemen op de rol van 18 januari 2011, uit te laten over de vraag wanneer het door [appellanten] c.s. verschuldigde griffierecht is betaald en over de gevolgen mocht deze betaling te laat zijn geschied;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus uitgesproken door mrs. J.R. Sijmonsma, E.M. van der Bunt en J.P. de Haan, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba op 14 december 2010 in tegenwoordigheid van de griffier.