ECLI:NL:OGHACMB:2010:BP1127
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J. de Boer
- P.E. de Kort
- E.M. van der Bunt
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake nalatenschap en bewijsvoering
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door twee appellanten, die oorspronkelijk eisers in conventie waren en nu hun vordering hebben aangepast na een suggestie van het Hof. De appellanten, beiden wonende in Nederland, vorderen dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en zal verklaren voor recht dat een specifiek perceel, omschreven in meetbrief 4/1966, behoort tot de onverdeelde nalatenschap van hun vader. De zaak betreft complexe nalatenschapkwesties, waarbij het Hof de appellanten de gelegenheid heeft geboden om hun stelling dat één van hen de enige erfgename is, met schriftelijke bewijsstukken te onderbouwen. Deze gelegenheid is echter niet benut.
Het Hof heeft in een tussenvonnis de mogelijkheid geopperd dat de appellanten hun vordering aanpassen, zodat zij optreden ten behoeve van de onverdeelde nalatenschap. De appellanten hebben hierop hun eis gewijzigd, wat door het Hof is toegestaan, ondanks bezwaar van de tegenpartij, TDKR Corporation N.V. Het Hof heeft geoordeeld dat de eiswijziging niet in strijd is met de eisen van een goede procesorde en dat de appellanten als deelgenoten kunnen ageren op basis van artikel 3:171 BW.
Het Hof heeft verder bepaald dat, indien de appellanten bewijs wensen te leveren door het horen van getuigen, dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op Sint Maarten. Tevens is er een comparitie van partijen ter plaatse gepland, voorafgaand aan het getuigenverhoor. Het Hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgedaan en verdere stappen zullen volgen.