ECLI:NL:OGHACMB:2010:BO6825
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Echtscheidingsprocedure en gezagskwesties tussen ex-echtgenoten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, beiden woonachtig in Sint Maarten. De uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van 5 november 2010 betreft de vernietiging van een eerdere beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, waarin de vrouw was belast met het ouderlijk gezag over hun dochter, geboren in 2005. De man had in zijn beroepschrift vier grieven ingediend, waarbij hij betoogde dat de eerdere echtscheidingsuitspraak van 17 december 2007, waarin al was beslist over het gezag, de alimentatie en de omgangsregeling, nog steeds van kracht was. Het Hof oordeelde echter dat deze uitspraak nooit was ingeschreven, waardoor deze haar kracht had verloren. Hierdoor waren ook de beslissingen omtrent gezag, omgang en alimentatie krachteloos geworden.
Het Hof besloot dat het gezamenlijk gezag over de dochter moest worden voortgezet, omdat er onvoldoende aanwijzingen waren dat een van de ouders niet in staat was om zijn opvoedkundige taak uit te voeren. De gewone verblijfplaats van de dochter werd bij de vrouw vastgesteld, maar de man kreeg het recht om periodiek informatie te ontvangen over haar welzijn en schoolresultaten. De vrouw werd verplicht om de man maandelijks schriftelijk op de hoogte te houden van de ontwikkelingen van hun dochter. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. De uitspraak benadrukt het belang van gezamenlijk gezag na echtscheiding en de noodzaak van goede communicatie tussen ouders over de opvoeding van hun kinderen.