ECLI:NL:OGHACMB:2010:BO5010
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake nietigheid van exploot en betekening van processtukken
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, betreft het een hoger beroep van de rechtspersoon naar buitenlands recht KIL(L)DARE PROPERTIES LTD en de naamloze vennootschap ISLAND HOTEL CORPORATION N.V. (samen Killdare c.s.) tegen de naamloze vennootschap WEST INDIES DIVE BAR N.V. (WIDB). De zaak is een vervolg op een eerdere uitspraak van de Hoge Raad van 26 maart 2010, waarin het vonnis van het Hof van 20 juni 2008 werd vernietigd en de zaak werd verwezen voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte de nietigheid van het exploot van 6 december 2007 niet had uitgesproken, omdat de deurwaarder niet had voldaan aan de wettelijke vereisten voor betekening. Dit leidde tot de conclusie dat de akte van hoger beroep en de memorie van grieven opnieuw betekend moesten worden, tenzij er al een memorie van antwoord was genomen.
In deze procedure heeft WIDB na het arrest van de Hoge Raad een memorie na cassatie en tevens een memorie van antwoord ingediend. Het Hof concludeert dat de akte van hoger beroep en de memorie van grieven bekend zijn bij WIDB, waardoor deze stukken niet opnieuw betekend hoeven te worden. Het Hof stelt vast dat partijen nog het recht hebben om te pleiten, maar gezien het tijdsverloop wordt hen slechts eenmaal de gelegenheid geboden om dit te doen. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 17 december 2010 voor pleidooi, waarbij partijen de keuze hebben om pleitnotities over te leggen of mondeling te pleiten. Het Hof houdt iedere verdere beslissing aan tot na het pleidooi.